Het is zwart met wit, heeft hoge oranje poten en kan wel 42 jaar oud worden. Wat is het? Een scholekster, de zwart-witte steltloper die in de kustgebieden en op het platteland in Nederland leeft. Maar misschien ken je deze vogel wel helemaal niet. En de kans dat je er een ziet daalt snel. Het aantal scholeksters in Nederland neemt namelijk al meer dan een kwart eeuw in razend tempo af. Onderzoekers van onder andere de Radboud Universiteit krijgen hulp van ruim 1200 vrijwilligers om te ontdekken hoe dat komt.Van oorsprong is de scholekster een kustvogel, maar de vogel heeft zich door de jaren heen ook op het platteland gevestigd. Inmiddels verblijven scholeksters zelfs in de stad, waar ze op platte daken broeden. Een flexibele vogel dus, die zich aan zijn omgeving aanpast. Neem bijvoorbeeld hun snavel. Die kan per exemplaar verschillen. Sommige scholeksters hebben een puntige snavel, andere een stompe. De puntige snavel is vooral handig voor landvogels, die er regenwormen mee vangen. De stompe snavel is handig voor kustvogels, die hem als beitel gebruiken om schelpen mee open te krijgen. Maar bij sommige vogels verandert de snavel van vorm – van stomp naar puntig of andersom – soms zelfs binnen één seizoen. Onderzoekers proberen erachter te komen waarom dat zo is.De laatste scholekstersMaar de scholekster lijkt zich niet genoeg aan te kunnen passen om te overleven in het huidige Nederlandse landschap. Op het hoogtepunt in 1985 werden er ruim 250.000 scholeksters in Nederland geteld. Vandaag zijn dat er nog maar zo’n 120.000. Dit komt onder andere doordat het aantal scholeksters dat opgroeit en het nest verlaat, veel te laag ligt. Voor een stabiele populatie zouden er van elke 10 nesten tenminste 3 kuikens moeten uitvliegen. Maar de afgelopen jaren is dat slechts de helft daarvan, of zelfs minder, geweest.De onderzoekers verwachten dat de populatie zonder ingrijpen op een gegeven moment wel zal stabiliseren, maar durven niet te zeggen hoeveel scholeksters er dan nog over zijn. Om de neergaande trend zo snel mogelijk te stoppen, proberen ze erachter te komen wat de invloed van de mens op de afnemende populatie is. Zo maaien boeren nesten weg, worden de eieren en kuikens kwetsbaarder voor roofdieren door intensieve landbouw en neemt de kokkelvisserij de scholekster het voedsel uit de snavel. En in hoeverre verkleint de stijgende zeespiegel het gebied waar de kustvogels hun eten vinden? Zorgen gasboringen voor bodemdaling en overstromingsrisico voor nesten? En verstoren militaire oefeningen de rust van scholeksters die zich in de buurt bevinden?De onderzoekers krijgen daarbij hulp van 1200 deskundige vrijwilligers, zogenaamde citizen scientists. Vrijwilligers voorzien de scholekster van gekleurde ringen aan de poten en noteren welke kleurringen ze waar en wanneer in het veld zien. Ook helpen ze om bij te houden waar en wanneer de scholeksters broeden en hoeveel kuikens het nest verlaten. De vrijwilligers verzorgen hiermee 70% van de data die gebruikt wordt in het onderzoek. Dankzij deze data kunnen de onderzoekers de migratie en overleving van scholeksters in Nederland berekenen.Red de scholeksterHet onderzoek, medegefinancierd door de Vogelbescherming, de Luchtmacht en de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), loopt tot 2020. Moeten we afwachten of kunnen we nu al iets doen? Boeren kunnen nesten beschermen door voorzichtig te maaien in het broedseizoen. Vissers kunnen overbevissing tegengaan. Maar ook mensen zonder boerenbedrijf of commerciële viskotter kunnen de scholekster helpen. Laat vogels in de broedtijd van half april tot eind juni met rust. Kom niet te dichtbij en houd honden aan de lijn. Wil je meer doen? Download dan de AviNest App en help mee om de nesten van scholeksters te registeren en het broedsucces in de gaten te houden.Volg het onderzoek op de website van Project CHIRP.Beeld: Andrew Allen.