Hoe is onze fantasieversie van buitenaardse wezens ontstaan en wat weten we over de wetenschappelijke aannemelijkheid van deze wezens? We gingen in gesprek met vergelijkend godsdienstwetenschapper Arjan Sterken en sterrenkundige Rens Waters om antwoord op deze vraag te vinden. ‘Buitenaardse wezens zijn wat mij betreft de moderne vorm van bovennatuurlijke wezens of monsters,’ begint Arjan Sterken, promovendus binnen de vergelijkende godsdienstwetenschap, het gesprek als we hem vragen waarom we bovennatuurlijke wezens tegenwoordig associëren met aliens en het heelal. ‘Monsters verblijven meestal in onontdekte, onbekende gebieden. Maar we leren de aarde steeds beter kennen, daar hebben we bijna iedere plek al ontdekt, dus moet andersoortig leven naar de ruimte verplaatst worden.’ Zou het dan echt mogelijk zijn? Of buitenaards leven daadwerkelijk mogelijk is in het heelal? Sterrenkundige Rens Waters sluit het zeker niet uit. ‘Er is niks bovennatuurlijks aan buitenaards leven. Als het bestaat moet het aan dezelfde natuurwetten voldoen als het leven op aarde. Er zijn een aantal dingen nodig om de condities te scheppen voor het ontstaan van leven dat enigszins lijkt op het leven zoals we dat op onze aarde kennen. Zo moet er een centrale ster (zoals de zon) aanwezig zijn. Daarvan zijn er miljarden, dus genoeg mogelijkheden. Daarnaast moeten er planeten rondom de ster aanwezig zijn. We hebben vastgesteld dat het merendeel van de sterren planeten (exoplaneten) om zich heen hebben, dus ook deze voorwaarde is volop aanwezig. Vervolgens bekijken we welke planeten geschikt zijn voor leven zoals wij dat kennen. Dat zijn planeten van een rotsachtige substantie waar vloeibaar water en een atmosfeer aanwezig zijn. Deze atmosfeer is namelijk bepalend voor de omstandigheden op het oppervlak van een planeet en daarmee ook de mogelijkheid tot het ontstaan van eventueel leven op deze planeet.’ Dan zijn er nog een aantal chemische elementen die heel belangrijk zijn voor al het leven op aarde. Die moeten ook aanwezig zijn op een planeet voordat er enige vorm van leven kan ontstaan. Rens: ‘Dat zijn: koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof, zwavel en fosfor. In ons zonnestelsel hebben we vier rotsachtige planeten: Mercurius, Venus, de aarde en Mars. Mercurius heeft slechts een heel ijle atmosfeer en staat bovendien zo dicht bij de zon dat het onwaarschijnlijk is dat zich daar leven heeft kunnen ontwikkelen. Van Venus en Mars lijkt de laatste de beste papieren te hebben. Daar hebben zich in het verleden omstandigheden voorgedaan die lijken op die op de jonge aarde: gematigde temperaturen, een atmosfeer, en vloeibaar water. Om deze condities verder te onderzoeken is NASA bezig met boringen in de bodem van Mars. Hier worden samples van gemaakt die we hier op aarde analyseren.’ Dit onderzoek moet de komende 10 jaar z’n beslag krijgen, stelt Rens. ‘Dan gaan we namelijk analyseren of er fossielen of misschien zelfs microben in deze samples te vinden zijn. En zo kunnen we gaan vaststellen of er leven op Mars aanwezig is, of ooit geweest is, hoe primitief ook. Er breken dus spannende tijden aan.’ Ook Venus – nu te heet voor leven door een dichte atmosfeer met enorm broeikaseffect - wordt nader onder de loep genomen. Zowel NASA als ESA plannen verschillende missies naar de tweeling van de aarde om de geschiedenis van die planeet beter te begrijpen. Daarnaast bieden de manen van de buitenplaneten in ons zonnestelsel ook mogelijkheden voor leven. ‘Io, een van de manen van Jupiter is enorm waterrijk. De buitenkant van deze maan is extreem koud en bevroren, maar de binnenkant is warm. Daar bevindt zich een hele zoute, vloeibare oceaan. Er zijn plannen voor sondes van NASA en ESA om onderzoek te doen naar de samenstelling van Io. Spannend om te bedenken dat het mogelijk is dat onder het bevroren oppervlak chemische reacties gaande zijn die we aan het begin van het ontstaan van onze aarde mogelijk ook hadden in onze oceanen. Daardoor zou de creatie van enige vorm van leven mogelijk kunnen zijn.’ Veranderende visie Arjan ziet door de tijd heen wel een duidelijke omslag in de representatie van buitenaards leven. ‘Bovennatuurlijke wezens zijn ambigue wezens. Van nature zijn ze niet goed of kwaad – ze zijn vooral sterk, en hebben allerlei krachten die mensen niet hebben. Vooraf weet je niet of ze aan jouw kant staan of niet, en moet je dus erg voor ze uitkijken. Denk bijvoorbeeld aan de Griekse Zeus, die vooral bekend staat om wat Johan Derksen ‘kwajongensgedrag’ zou noemen, terwijl het een god is. Waar deze wezens voor de Romantiek vooral binnen een expliciet religieus kader werden geplaatst (het waren engelen of demonen), worden ze tegenwoordig op andere manieren geïnterpreteerd. Vanwege de modernisering en technologisering van ons leven worden bovennatuurlijke wezens nu op zo’n technologische manier geïnterpreteerd: vliegend in vaartuigen die technologisch gezien ver boven onze vliegtuigen uitstijgen.’ Toch zijn bovennatuurlijke wezens, waaronder aliens, niet alleen maar eng. ‘Als we deze verhalen analyseren zien we steeds terugkomen dat het gaat over vergevorderde wezens die in spirituele en technische zin flink op ons mensen vooruitlopen’, stelt Arjan. ‘Wat we ook zien is dat bovennatuurlijke en buitenaardse wezens een beetje geromantiseerd worden en dat het buitenaardse steeds minder als ‘eng’ gezien wordt, denk aan Netflixseries als Lucifer waarin zelfs Satan een menselijke en charmante kant krijgt of films als Beauty and the Beast en Shape of Water waar het zogenaamde monster een relatie krijgt met een mens.’ Zijn we er wel klaar voor? ‘Op dit moment zijn er plekken in ons sterrenstelsel waar sterren en planeten ontstaan. De James Webb Space Telescope werd vorig jaar december de ruimte in gestuurd. In juli komen de eerste metingen beschikbaar en die kunnen helpen bepalen wat de samenstelling is van de bouwstenen van planeten zoals de aarde. Ook zal de Webb telescoop kunnen bepalen wat voor gassen en wolken er in de atmosferen van exoplaneten zitten. Deze resultaten zouden nieuwe informatie kunnen geven over de samenstelling van planeten buiten ons zonnestelsel en daarmee ook in kaart brengen of water en andere moleculen die belangrijk zijn voor leven beschikbaar zijn, zegt Rens. Toch vraagt hij zich af wat voor implicaties dit kan hebben. ‘Ik vind het interessant om te zien dat het wereldbeeld van de mens een verandering doorgemaakt heeft. We zijn van beeld gegaan waarin de aarde in het centrum van het heelal stond, naar het beeld dat er miljarden sterren en planeten zijn, en onze zon een onopvallende ster is tussen vele andere. De laatste unieke bijzonderheid die we als de planeet aarde nog hebben, is dat er intelligent leven is ontstaan. Ik vraag me wel af wat het met ons mensen zal doen als er echt buitenaards leven vastgesteld gaat worden. Ik vind het vanuit levensbeschouwelijke hoek erg interessant om te bedenken wat dit met ons wereldbeeld zou doen. Het lijkt erop dat de natuur al miljarden keren de voorwaarden geschept heeft voor het ontstaan van leven in het universum dus dan zou je bijna moeten verwachten dat het begin van evolutie en leven vaker voorkomt dan alleen op aarde. Arjan heeft hier een ander perspectief op. ‘We hebben ons nooit alleen gevoeld op deze aarde, en ook niet in het wijdere universum. Onze wereld werd altijd bevolkt door allerlei wezens die wij intelligentie en krachten toeschreven, ook al waren ze bovennatuurlijk. Omdat we onze planeet zo goed denken te kennen, hebben we de bovennatuurlijke wereld nu verder naar boven verplaatst, naar het heelal. Of we nou echt contact hebben in de vele UFO- en ontvoeringsverhalen die de ronde gaan of niet, in onze voorstelling en fantasie bereiden we ons al in elk geval sinds de Tweede Wereldoorlog voor op buitenaards contact.’ Foto: Miriam Espacio via Unsplash