In Nederland recyclen we zoveel materiaal, dat we het exporteren. Maar het gebruik van gerecycled materiaal voor nieuwe producten is lastiger, weet Sjors Witjes, universitair docent Strategisch Management en Duurzaam Ondernemen aan de Radboud Universiteit. ‘We moeten efficiënt omgaan met wat we uit de natuur halen en zorgvuldig zijn met wat we aan de natuur teruggeven. De techniek is er al, maar ons gedrag loopt achter.’ Maar Witjes ziet de maatschappij veranderen. En gelukkig maar, want als we niet gaan samenleven mét de natuur, overleeft de natuur ons. Na zijn studie industrieel ontwerpen in Delft werkte Sjors Witjes zeven jaar in Colombia. Hij woonde in een gated community met 400 inwoners in de hoofdstad Bogotá. In deze gemeenschappen worden taken zoals het verzamelen van huisvuil in eigen beheer uitgevoerd. ‘We verzamelden ons afval in een gebouw vlakbij de poort. Er werd van ons verwacht dat we dit zouden scheiden, maar dit bleek in de praktijk lastig: alles lag op één hoop. Toen kregen we een idee. Voordat de vuilniswagen het afval kwam ophalen lieten we reclicadores binnen, mensen die met zelfgemaakte karretjes de stad afstruinden op zoek naar waardevol afval en dit aan de lokale industrie verkochten. Voor de recicladores was onze afvalberg van waarde en zo hielden wij nog maar 20% van ons afval over.’ Inmiddels spelen reclicadores een erkende rol in de afvalverwerking in Bogotá. Het sluiten van cycli In Nederland kennen we een hoog percentage van recycling. 'Glas of plastic, wij zitten op ultieme getallen van tussen de 80 - 90%,' stelt Witjes. 'We recyclen zelfs zoveel dat we het exporteren.’ De laatste tijd is er kritiek over de efficiëntie en de impact van de recycling van Nederlands afval. Een studie van het Centraal Bureau voor de Statistiek uit 2018 laat zien dat we maar 9% gerecycled materiaal voor de productie van nieuwe producten gebruiken. Hoe komt dat? ‘Het gebruik van gerecycled materiaal is ingewikkeld. Je loopt tegen een heleboel wet- en regelgeving aan,’ weet Witjes als adviseur duurzaam ondernemen voor de maakindustrie. Neem gerecyclede PET-flessen. 'Daar kun je bijvoorbeeld voedselverpakkingen van maken, maar we weten niet wat er met het PET-materiaal is gebeurd. Heeft er in een PET-fles alleen frisdrank gezeten of is deze ook gebruikt voor het schoonmaken van verfkwasten? Dan moet je het PET-materiaal goed schoonmaken om het voor voedselverpakkingen te kunnen gebruiken. Daarom heeft de voedsel- en warenautoriteit strenge regels opgesteld voor het recyclen van PET-materiaal.' Om materialen zo goed mogelijk te kunnen hergebruiken, moeten ze eigenlijk zover afgebroken worden tot er pure grondstoffen overblijven. Zo behouden materialen hun waarde. Witjes noemt als voorbeeld een Belgisch mijnbouwbedrijf. 'Het management realiseerde zich dat ze de aarde decennialang hadden leeggehaald. Dat hebben ze toen radicaal omgedraaid. Nu kun je daar apparaten waar edelmetalen – bijvoorbeeld goud en zilver – in zijn verwerkt afgeven. De materialen worden door een ingenieus proces weer teruggebracht tot de originele grondstoffen. ‘Er wordt daar dus echt goud en zilver geproduceerd,’ vertelt Witjes enthousiast. ‘Daar kun je vervolgens nieuwe producten van maken, zonder dat je de discussie hoeft te voeren over waar het gerecyclede materiaal vandaan komt.’ Van recycling naar waardebehoud Een ander voorbeeld is het Nijmeegse bedrijf Dutch Awearness. Zij maken de levenscyclus van textiel circulair. 'Neem uniformen van militairen: die kun je niet zomaar repareren of hergebruiken, want dat is niet veilig. Je moet een uniform terugbrengen tot de vezel, zodat er een nieuw kledingstuk van gemaakt kan worden. Dit kan een nieuw uniform zijn, maar ook een ander kledingstuk.' Met deze kennis ontwikkelt Dutch Awearness bijvoorbeeld reflectiejassen voor Rijkswaterstaat die helemaal van gebruikt textiel zijn gemaakt. Witjes heeft het daarom liever over het efficiënt omgaan met de waarde van grondstoffen, in plaats van recycling. 'We halen ongelooflijk veel waardevolle grondstoffen uit de natuur. Daar maken we producten van die we recyclen, maar de natuur laat keer op keer zien dat het nog efficiënter kan.’ Zo bleken er na de olieramp in de baai van Mexico olie-etende bacteriën te bestaan die de schade beperkten. ‘We kunnen veel van de natuur leren,’ aldus Witjes. ‘We moeten grondstoffen gebruiken op een manier waarop hun waarde behouden blijft. En als we materialen toch naar de natuur willen terugbrengen, dan als pure grondstof. Dát is duurzaam.’ Dus geen voetbalveldjes van oude sportschoenen, zoals Nike ooit deed, of weilandpaaltjes van gerecycled plastic – 'Dat wordt een mengsel van kunststoffen waar mensen én de natuur daarna niets meer mee kunnen' – maar materialen terugbrengen tot de basis en opnieuw gebruiken. We moeten gaan samenwerken met de natuur, in plaats van haar uit te buiten. Overlevingskansen 'De natuur is het systeem waarin wij leven,' legt Witjes uit. 'En een systeem kent één hele simpele regel: om te kunnen overleven als subsysteem in een groter systeem, moet je voldoen aan de regels van het grotere systeem. Doe je dat niet, dan word je eruit gewerkt. Dus als wij als mensheid niet voldoen aan de regels die de natuur hanteert, dan gaan onze overlevingskansen als menselijk ras naar beneden.' Kan de mens niet beter uitsterven om de rest van de natuur weer de volle ruimte te geven? Witjes vraagt zich dat weleens af. Maar heel serieus neemt hij die gedachte niet. Hij ziet – als onderwijzer, onderzoeker en vader – langzaam een generatie opstaan die de urgentie van verandering inziet. Of het nu de Fridays for Future beweging is, de opkomst van een deeleconomie of de groeiende aandacht voor een circulaire economie: de maatschappij verandert. Maar zoals bij iedere verandering zijn er mensen die de omslag naar een duurzamere samenleving mogelijk maken en mensen die tegenwerken. ‘Het is een kwestie van tijd voordat die laatste groep om is. Dan zullen we een samenleving hebben die aan de regels van de natuur voldoet. En dat zal de overlevingskansen voor de mensheid vergroten. Circulair in drie stappen Wil je iets doen? Witjes heeft drie tips om direct bij te dragen aan een duurzamere samenleving: 1. Let bij het kopen van producten op de hele productlevenscyclus. Waar komt het vandaan en waar gaat het na gebruik naartoe?2. Wees kritisch op de verschillende uitspraken van bedrijven over duurzame producten. Gaan ze echt efficiënt om met het gebruik en hergebruik van materialen?3. Neem je verantwoordelijkheid bij het weggooien van producten. Ze bij het huisvuil zetten is zo makkelijk, maar zo zorg je niet voor waardebehoud. Beeld van Will Cornfield via Unsplash.