Over (hoog)begaafde kinderen bestaan nog altijd veel vooroordelen. Dat ze emotioneel achterblijven, of dat ze vanzelf leren, bijvoorbeeld. Die misverstanden bestaan niet alleen onder ouders, maar komen ook nog regelmatig voor onder docenten. Om (toekomstige) leerkrachten in het basisonderwijs bekend te maken met nieuwe, wetenschappelijk onderbouwde kennis over begaafdheid, ontwikkelde een team onder leiding van Anouke Bakx het spel enIQma. Het won onlangs de NRO-verbindingsprijs (2e prijs), voor de succesvolle verbinding van wetenschap en de praktijk. Anouke Bakx is sinds 2018 bijzonder hoogleraar Begaafdheid aan de Radboud Universiteit, en is daarnaast verbonden aan Fontys Hogescholen als lector Goed leraarschap, goed leiderschap. Vanuit die verschillende rollen richt ze zich op de professionalisering van basisschoolleerkrachten, door wetenschappelijk onderzoek en onderwijs aan elkaar te koppelen. Vanuit Point013 en Point040, werkplaatsen voor onderwijsonderzoek, experimenteert zij met collega’s al langer met verschillende aanpakken. EnIQma is een van de resultaten daarvan. Wisselwerking ‘De wisselwerking tussen wetenschap en onderwijs is nog niet optimaal. Wetenschappers genereren nieuwe inzichten, waar ook de praktijk veel aan kan hebben, maar bereiken daarmee lang niet alle leraren’, aldus Bakx. ’Leraren zijn druk en hebben lang niet allemaal tijd om bijvoorbeeld congressen te bezoeken of papers te lezen. In onderzoekswerkplaatsen werken wetenschappers, leraren en pabodocenten samen aan onderzoek. Graag willen we iedereen bereiken, maar het gat tussen wetenschap en praktijk overbruggen blijft een uitdaging.’ Daarom ontwikkelde de groep enIQma, een zogenaamd professionaliseringsspel. Het is aangekleed als een bordspel, maar anders dan bijvoorbeeld Triviant of ganzenbord is het geen competitief spel met winnaars en verliezers. Wel helpt het leraren om op een speelse, interactieve manier bij te leren over begaafdheid. Want wat blijkt: ook voor veel leraren is het prettig om in deze vorm samen te leren en in gesprek te gaan over nieuwe kennis. EnIQma EnIQma kent verschillende fases, allemaal gebouwd rondom empirische kennis en modellen die vaak gebruikt worden in het onderwijs. In de opwarmronde, ‘Feit of Fabel’, bespreken de spelers verschillende kaartjes met vooroordelen over begaafdheid . Zo leeft onder veel mensen het idee dat (hoog)begaafde kinderen sociaal of emotioneel wat achterlopen, terwijl dat niet blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Hoewel enIQma ontworpen is voor basisschoolleraren, hoort Bakx uit de praktijk terug dat deze ronde ook al wordt ingezet bij oudergesprekken om begaafdheid bij ouders beter bespreekbaar te maken. Vervolgens wordt er geleidelijk van theorie naar praktijk toegewerkt. Bakx: ‘In het spel hebben we zes casussen opgenomen. Spelers krijgen bijvoorbeeld een korte tekst over “Anna” te lezen, en nemen dan een set van twintig kaartjes door om te kijken welke kenmerken van begaafdheid er in de casus te herkennen zijn. Stapsgewijs vormen ze beelden van welke acties er het beste ondernomen kunnen worden om een goed beeld te krijgen van wat Anna nodig heeft.’ Ze kijken welke signalen ze herkennen, zoals hoge intelligentie of een sterk geheugen. Dan bespreken ze welke stappen ze kunnen zetten, bijvoorbeeld collega’s vragen een keertje in de les mee te kijken, met ouders in gesprek te gaan of door toetsgegevens te verzamelen. Tot slot nemen ze door hoe ze al die gegevens het beste kunnen analyseren en bespreken. Als er een uitgebreid beeld van de leerling is, dan kan er nagedacht worden over passende begeleiding. ‘Het was heel belangrijk voor ons dat leerkrachten het spel niet ergens in de kast zetten na het een paar keer geprobeerd te hebben. Daarom kunnen deze kaartjes ook gebruikt worden om een plan uit te werken voor “echte” leerlingen,’ aldus Bakx. De docenten nemen de situatie van een leerling door aan de hand van de kaartjes, leggen die op het bord, en maken van dat bord gevuld met waarnemingen en mogelijke acties een foto voor in het dossier. Als de eerste stappen eenmaal uitgevoerd zijn, kan het spelbord weer opgepakt en verder aangevuld worden. Uiteindelijk delen alle leerkrachten kennis door met elkaar te communiceren en samen op onderzoek te gaan.’ Ambassadeurs Bakx ontwikkelde enIQma met een team van andere onderzoekers, leerkrachten en lerarenopleiders. ‘In ons ontwikkelteam hebben we ontzettend veel gehad aan de input van de leerkrachten die met begaafde leerlingen werken. Nathalie Laurens, Nathalie van Geloven en Nanda Heikamp hebben als ontwikkelaars niet alleen een grote inhoudelijke bijdrage geleverd, ze zijn echt ambassadeurs voor het spel en geven bijvoorbeeld workshops op basisscholen. Het is voor ons belangrijk dat het spel goed past binnen de behoeftes van leerkrachten, zodat we zeker weten dat het goed gebruikt kan worden.’ Voor Bakx is het spel een belangrijke stap in het koppelen van wetenschap en onderwijs. ‘Herkennen, erkennen en verkennen van begaafdheid, daar moeten we echt stappen in kunnen zetten met dit spel’, legt ze uit. ‘Leerkrachten moeten makkelijker kunnen herkennen of een kind begaafdheidskenmerken heeft, erkennen dat mogelijk andere onderwijsbehoeften hebben, en verkennen wat deze leerling het meeste zou helpen. Er zijn heel veel typen kinderen, en die moeten allemaal met plezier naar school kunnen gaan. Als https://www.eniqma.nl/ daar de komende jaren enige positieve ondersteuning in kan geven, is dat heel mooi.’ Bron afbeelding: Pexels