Op 25 november is het weer Black Friday, ook wel de hoogmis van de consumptiemaatschappij genoemd. Winkels, fysiek en online, pochen met de beste aanbiedingen van het jaar, en dat is terug te zien in ons koopgedrag: op geen enkele andere dag worden er zoveel aankopen gedaan. Maar is het in tijden van klimaatcrisis wel acceptabel dat bedrijven zo hard inzetten op overbodige aankopen, en wat zijn de gevolgen voor het milieu? Black Friday vindt traditioneel op de dag na Thanksgiving plaats, en is al decennia één van de belangrijkste dagen op de kalender van Amerikaanse bedrijven. ‘Winkeliers stunten die dag enorm met de prijzen, met kortingen tot wel 75 procent of meer,’ legt José Bloemer, hoogleraar Bedrijfskunde aan de Radboud Universiteit uit. ‘De naam wordt vaak uitgelegd als een verwijzing naar de dag dat bedrijven eindelijke zwarte cijfers gaan schrijven: je probeert het hele jaar door niet te ver in het rood te komen, maar vanaf Black Friday en in aanloop naar de kerst zorgen de vele aankopen ervoor dat je winst maakt.’ Graaien Waar Black Friday tien jaar geleden nog vooral als Amerikaans fenomeen werd gezien, is het inmiddels ook flink aangeslagen in Nederland. Uit onderzoek blijkt dat 97% van de Nederlanders het kent, en 60 procent er enige belangstelling voor heeft. Het is volgens Bloemer geen verrassing dat het ook aanslaat in Nederland. ‘We houden hier van koopjes. Denk alleen al aan de Dolle Dwaze Dagen van de Bijenkorf vroeger: als er ‘sale’ staat boven een enorme bak met sokken, begint iedereen gelijk te graaien. We sparen hier ook nog steeds massaal zegeltjes, veel meer dan in andere landen.’ ‘Natuurlijk zijn er ook consumenten die bewust consumeren, die het bijvoorbeeld krapper bij kas hebben en daarom hun aankoop uitstellen tot Black Friday om korting te krijgen. Maar voor veel mensen is het een impuls: als we het andere mensen zien doen, willen wij het ook. Het is net het coronavirus: het is besmettelijk aankoopgedrag. Bovendien is Black Friday meer gericht op het kopen van cadeaus voor jezelf. Consumenten laten zich door marketingcampagnes verleiden tot impulsaankopen, met het idee dat dat je gelukkiger maakt. Maar onderzoek laat juist zien dat cadeaus voor jezelf je uiteindelijk een stuk minder gelukkig maken dan cadeaus voor anderen.’ Aanstekelijke aanbiedingen Bedrijven spelen dan ook slim in op al onze behoeftes, met de campagnes rond Black Friday. De aanbiedingen kunnen soms duizelen: 40, 50, 80 procent korting, van 1999 voor 1299 euro: het is een kans die men niet gauw laat lopen. Bloemer: ‘De boodschap van zo’n prijsverlaging is een stukje positive reinforcement, je krijgt een beloning, dat maakt je blij om een deal te kunnen pakken.’ ‘Als consument ga je daar veel te makkelijk in geloven, je gaat erin mee,’ waarschuwt Bloemer. Door even na te denken over wat zo’n bedrijf je wil doen kopen, kun je de verleiding misschien toch weerstaan. ‘Denk na over wat je koopt: heb je die nieuwe jas echt nodig, of kun je er beter nog even mee wachten?’ Volgens Bloemer is het belangrijk dat ook bedrijven hun rol daarin oppakken. Als die claimen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus te nemen, moet dat ook serieus uitgedragen worden. ‘Het is begrijpelijk dat de consument graag een voordeeltje wil, maar bedrijven moeten ervoor zorgen dat die voordeeltjes verantwoord geproduceerd worden én na gebruik verantwoord verwerkt kunnen worden’ Duurzame kleding Daar sluit Ad Ragas, milieukundige binnen de Radboud Universiteit zich helemaal bij aan. ‘Ik hoorde laatst op de radio dat een kledingbedrijf van plan was om iets aan duurzaamheid te doen. En ik schrok toen wel heel erg van wat ik toen hoorde. Ze zeiden: ‘we gaan de duurzaamheid van onze producten verbeteren. Want als je nu een kledingstuk bij ons koopt, dan is dat begroot op dat het 5 tot 10 keer meegaat. En dat gaan we verhogen naar 20 tot 25 keer.’ Ik sloeg echt achterover,’ aldus Ragas. ‘Die hebben dus jarenlang als bedrijfsbeleid gehad dat de kwaliteit van hun product moet voldoen aan het criterium dat het 5 tot 10 keer meegaat! In het grote plaatje begrijp ik het, het is gewoon ingebakken in het systeem van economisch produceren: een consument moet zoveel mogelijk producten afnemen. Geen enkele kledingproducent zit erop te wachten dat jij een kledingstuk na 25 jaar nog draagt. En dat is wel een fundamenteel probleem, denk ik. Je ziet gelukkig wel de bewustwording bij bedrijven groter worden. En ik zit wel te vitten op deze keten, maar ze verbeteren wél.’ Zielige schildpadden Voor die kleding, maar ook voor tal van andere producten, wordt bij de productie veelvuldig plastic ingezet. ‘De plasticproductie is met name de laatste 30 jaar enorm omhoog geschoten, vanwege een aantal grote voordelen. Plastic is goedkoop, het is licht, flexibel, het is elektrisch isolerend, het sluit af. Ze noemen het niet voor niets plastic fantastic,. En dat maakt ook dat het zo breed gebruikt wordt. Maar als plastic in een toepassing gebruikt wordt waarbij het snel in het milieu komt, dan moet je je afvragen of je niet beter een alternatief materiaal kunt gebruiken. Daar moet je je hele productiesysteem op doorlichten.’ Al dat plastic heeft inmiddels ook een duidelijk effect op het milieu. De beelden van zielige schildpadden en vogels verstrikt in plastic kennen we allemaal, maar het echte effect is heftiger, aldus Ragas. ‘Naast die heel zichtbare effecten op beesten, heb je ook minder zichtbare effecten, zoals de economische schade die grote plastics in het milieu opleveren. Denk aan boten die verstrikt raken in plastic, waterzuiveringsinstallaties die verstopt raken.’ Microplastic Ragas: ‘En dan hebben we nog microplastics. Er zijn allerlei vermoedens van de effecten van microplastics op organismen. Je kunt de effecten in drie categorieën indelen. Ten eerste heb je de fysieke effecten, bijvoorbeeld als er plasticdeeltjes in je darmen terechtkomen en een ontsteking of verstopping ontstaat. Dan heb je ook mensen die zeggen: in die plastics zitten toxische stoffen, en die komen vrij in je lichaam.’ ‘Het derde effect is – en dat is op dit moment een heel groot vraagteken – als die plasticdeeltjes klein genoeg zijn, dan zouden ze in je bloed terecht kunnen komen. Dan kan je op een gegeven moment de vergelijking gaan trekken met fijnstof, dat kan voor een deel ook in je bloed komen en voor allerlei problemen zorgen. Wat de effecten zijn als plasticdeeltjes in je bloedbaan terechtkomen, dat is iets wat nu grootschalig onderzocht wordt. Er is nu nog geen bewijs dat het heel schadelijk is, maar dat betekent niet dat het niét zo is.’ ‘Plastic uit de natuur krijgen is iets wat verschrikkelijk moeilijk is,’ waarschuwt Ragas. ‘Natuurlijk moeten we het zoveel mogelijk uit de natuur halen, maar het is geen oplossing voor het probleem. Als een groot stuk bijvoorbeeld naar de oceaanbodem zakt, dan is het daar koud en is er geen zonlicht. Er zitten dan bijna geen bacteriën meer. Dat stuk plastic blijft daar dan honderden jaren liggen. Een stuk plastic in een rivier met golfslag en zonlicht, zal eerder afbreken en kan best na 50 jaar weg zijn. Een gebruikte colafles kan in optimale omstandigheden dus in 50 jaar uit elkaar vallen, maar kan onder andere omstandigheden meer dan 500 jaar blijven bestaan.’ Oplossingen Zowel Bloemers als Ragas denken dan ook dat het tijd is om de druk op te voeren en actiever naar oplossingen te zoeken. Zo is Ragas momenteel onder andere betrokken bij een project waar gekeken wordt naar de richtlijnen voor veilig en duurzaam produceren. ‘Het zou mij niet verbazen als hier over een aantal jaar gewoon regels over komen, over hoe duurzaam een product zou moeten zijn en hoe je die toets uitvoert. We moeten stoppen met vermijdbaar gebruik van plastic. In de loop van de jaren dat ik onderzoek doe, ben ik er een beetje in verhard. Eerst dacht ik: dit moet vrijwillig uit mensen komen. Ik ben echt een heel groot voorstander van vrijheid, maar niet als individuele keuzevrijheid leidt tot vernietiging van onze omgeving. Sommige dingen moet je gewoon verbieden of heel duur maken. Dan zullen mensen wel mopperen – ik vind het ook vervelend als ik in de supermarkt sta zonder tas – maar het moet gewoon afgelopen zijn met single-use plastic.’ Bloemer: ‘Bij het vak ‘Consumentengedrag’ dat ik geef moesten studenten nadenken over sociaal verantwoordelijk gedrag, en hoe we dat kunnen bevorderen. Wat ik merkte is dat dat heel sterk bij ze leeft: moeten we alles wel nieuw willen kopen, of is bijvoorbeeld tweedehandskleding niet een betere optie? Je ziet langzaam dat bedrijven daar ook op beginnen in te spelen, en zo kunnen we samen, consumenten en bedrijven die verandering in gang beginnen te zetten.’ Je bent nodig De wereld heeft grote uitdagingen het hoofd te bieden. Om dat te kunnen doen, zijn wetenschappers, studenten en betrokken burgers nodig die mee willen denken over en werken aan een gezonde, vrije wereld met gelijke kansen voor iedereen. De Radboud Universiteit richt zich met Je bent nodig op mensen die daaraan willen bijdragen. Op Jebentnodig.nl vind je meer artikelen en informatie over duurzaamheid in ons onderwijs. Wil je op de hoogte blijven van onze verhalen? Meld je dan aan op Radboud Recharge. Bron afbeelding: Kevin Dowling via Unsplash