Een leven zonder de coronacrisis is momenteel onvoorstelbaar en berichten erover, waaronder dit artikel, verschijnen in hoog tempo. Toch gaat er een tijd komen dat we coronamoe zijn en de berichtenstroom opdroogt. Juist dan moeten we als maatschappij alert blijven, adviseert Enny Das, hoogleraar Communicatie en beïnvloeding aan de Radboud Universiteit. ‘Dat het gewoon wordt, betekent niet dat we ons weer zoals gewoonlijk moeten gaan gedragen.’ Nog maar een paar weken geleden belegde de gemeente Tilburg een persconferentie om te berichten over de eerste Nederlandse coronapatiënt. Enkele dagen en tientallen besmettingen later volgden berichten over de eerste coronadode in Nederland. Inmiddels legt corona het hele land lam. De onzekerheid gaat gepaard met een grote behoefte aan informatie. Deze nieuwsgierigheid zal vroeg of laat verdwijnen, voorspelt Enny Das. ‘Dan hebben mensen hun buik vol van coronanieuws, verdwijnen de berichten en zullen ze bij steeds meer dingen denken ‘’ach, dat moet kunnen’’. En dat is precies wat we niet moeten doen.’ Vanuit een multidisciplinair onderzoeksconsortium bestudeerde Das afgelopen jaren de communicatie rond de Mexicaanse griep die in 2009 en 2010 de wereldgezondheid bedreigde. ‘We kunnen ons nauwelijks meer herinneren dat er toen wezenlijke zorgen waren. Journalisten kregen achteraf veel kritiek. Ze zouden het gevaar hebben opgeblazen met een buitensporige hoeveelheid te emotionele artikelen.’ Das en haar collega’s onderzochten hoe de communicatie rond een pandemie zich verhield tot het verloop van de pandemie zelf. Wat had de paniek veroorzaakt en hadden journalisten inderdaad te sensationele berichten geschreven? Vreemde piek ‘We onderzochten bijvoorbeeld in hoeverre het uitmaakt of journalisten een beladen verhaal schrijven ten opzichte van een kaler meer feitelijk verhaal. We legden groepen proefpersonen beide varianten voor en daaruit bleek dat een beladen stuk niet per se meer impact heeft. Het waren de objectieve feiten en cijfers die het meeste effect hadden op de beeldvorming.’ Daarnaast onderzocht Das of het commentaar op journalisten terecht was en waar dat dan op was gebaseerd. ‘We beoordeelden artikelen over de Mexicaanse griep uit meerdere landen. We keken naar de hoeveelheid artikelen, de inhoud en de toon. Was er te veel geschreven? Richtten journalisten zich te veel op de risico's in plaats van de oplossingen? En gaven ze hun artikelen een te emotionele toon? Dat bleek mee te vallen. Alleen de hoeveelheid artikelen was erg groot.’ Nu is dat op zichzelf niet problematisch, maar, zo ontdekte Das’ onderzoeksteam in een andere studie, de piek in media-aandacht was compleet asynchroon met de piek van de pandemie. ‘Toen het griepvirus net uitbrak in Mexico en al snel overwaaide naar de Verenigde Staten, was de aandacht het grootst, maar toen de meeste slachtoffers vielen, publiceerden media daar amper over.’ Concreet gevolg was dat mensen zich nauwelijks lieten vaccineren terwijl de overheid voor miljoenen euro’s aan vaccins had ingekocht. Hoofd koel Die kennis is nu bruikbaar om zo goed mogelijk met het coronavirus om te gaan. Op dit moment groeit de media-aandacht nog mee met de verspreiding van het virus. Alles is nieuw, zeker met de ingrijpende maatregelen, maar als dit nog weken of maanden gaat duren komt er een moment waarop we er écht helemaal klaar mee zijn, voorspelt Das. ‘Toch moeten media ook dan nieuwe invalshoeken blijven zoeken om ons aan het virus te herinneren en ook dan moeten we als burgers blijven luisteren naar de aanwijzingen. Dat het virus gewoon wordt, betekent niet dat we ons weer zoals gewoonlijk moeten gaan gedragen.’ Tegelijkertijd is Das positief verrast over wat het nieuws met mensen doet. ‘In vergelijking met de Mexicaanse griep gaat het veel vaker over hoe het virus zich verspreidt en wat mensen zelf kunnen doen. We lijken met z’n allen beter te leren hoe een epidemie werkt.’ Een goed punt dat we dus moeten blijven vasthouden. Voor de komende weken én daarna adviseert Das dan ook: ‘blijf luisteren naar de experts, gebruik je gezond verstand en houd het hoofd koel.’ Foto: marada via Flickr.