Het nieuwe Radboud Teaching and Learning Centre gaat het onderwijs aan de universiteit in de schijnwerpers zetten. Het doel: beter onderwijs en de studenten beter toerusten voor een leven na de studie. ‘We leiden ze niet alleen op als professional, maar ook als mens.’Het in januari geopende Teaching and Learning Centre (TLC) is een broedplaats voor beter onderwijs; voorlopig voor docenten van de universiteit, op termijn ook voor mensen van buiten die inspiratie willen opdoen. Mariska Kleemans is docent communicatiewetenschap en een van de leiders van het centrum. Ze wijst op het tot nu toe schrale opleidingsaanbod voor docenten: ‘Na de basiskwalificatie onderwijs [een soort onderwijsdiploma, red.] houdt het op.’ Sinds begin dit jaar kunnen docenten die zich willen ontwikkelen bij het TLC terecht, ook voor concrete tips en ‘inspiratiesessies’. Bijvoorbeeld van een docent die op het oog saaie leerstof heeft omgewerkt tot prikkelende colleges, met probleemstellingen en dilemma’s. Kleemans: ‘Velen van ons komen niet veel verder dan voor een groep hoofdstuk een tot en met vijf oplepelen.’Jan Bransen, hoogleraar Filosofie van de gedragswetenschappen en academisch leider van het TLC, breekt een lans voor creatief onderwijs. ‘De universiteit is schools geworden, niet voor niks dat studenten vaak spreken van “school” als ze naar de universiteit gaan. Het leren is vooral schools leren om een tentamen te halen. De huidige onderwijscultuur bevordert presteren en afrekenen, een jammerlijke vergissing.’ Volgens Bransen mag een universiteit zich alleen ‘goed’ noemen als zij goed onderwijs aanbiedt. Dat wil hij bevorderen door de deuren van het TLC ver open te zetten. ‘Docenten en studenten moeten hier vanzelfsprekend naar binnen lopen.’Flexibel onderwijsDe Radboud Universiteit staat niet alleen in het oprichten van een broedplaats voor onderwijs. Dat doen andere instellingen ook, zie bijvoorbeeld het vorig jaar verschenen rapport ‘Ruimte voor ieders talent’. Dat is een pleidooi van de Nederlandse kennisinstellingen en onderzoeksfinanciers voor flexibele loopbanen aan universiteiten.Een andere bestaansgrond van het TLC is de snel veranderende arbeidsmarkt, die noopt tot een flexibel studieaanbod. Kleemans noemt de snelle ontwikkelingen binnen media en communicatie. ‘Hoe die er over tien jaar uitzien, weten we niet. Dat vraagt andere vaardigheden van studenten: niet alleen inhoudelijke kennis, maar ook wat wij adaptive performance noemen. Tijdens de opleiding hebben we daarom niet alleen aandacht voor de student als professional, maar ook als individu. Dat leert om te leren. Daarbij staan vragencentraal als: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik? We leiden ze dus niet alleen op als professional, maar ook als mens.’VergezichtenStilstaan bij de onderwijsuitdagingen van vandaag is stap één, maar voor Jan Bransen is het TLC ook een broedplaats voor onderwijskundige vergezichten. ‘Het is toch raar dat we vooral aan het begin van ons leven zoveel onderwijs volgen. We worden hartstikke oud en hebben zo lang de tijd om te leren. Leren en leven moeten samenkomen.’Volgens de filosoof haal je meer uit het onderwijs door eerst ervaringen op te doen in werk, en dat kan ook in een kledingzaak. ‘Ik denk dat je een betere chirurg wordt als je op je achttiende een jaar in een hospice hebt gewerkt. Voor veel mensen is het beter om pas later in het leven naar het hoger onderwijs te gaan.’ De keuze om na school meteen te gaan studeren, is nu vooral gemakzuchtig, aldus Bransen. ‘Ik zie op de universiteit veel studenten rondlopen die hier eigenlijk niet willen zijn. Die uitstralen: oh nee, ik moet nog drie jaar. Zichzelf pijnigend zitten ze hun tijd uit tot het leven kan beginnen.’ Bransen wil met het TLC het debat hierover aanwakkeren. ‘Welke rol dichten de onderwijsinstellingen zich toe in de samenleving? Daarover nadenken is óók onderwijsinnovatie.’Mooie mensenOnderwijs is pas echt goed met afgestudeerden op wie je trots kunt zijn, zegt Mariska Kleemans, die hierbij een rol ziet weggelegd voor het TLC. ‘We dragen bij aan onderwijs dat goed aansluit bij de behoefte van de maatschappij, én de studenten verder brengt in wat zíj willen. Voor de een is dat een toppositie bij een groot bedrijf, voor de ander een fijne kantoorbaan die goed te combineren is met een gezin.’Goed onderwijs is volgens Bransen niet te vatten in cijfers of prestatiemetingen, niet in het afleveren van zoveel mogelijk aantallen Spinozaprijswinnaars of excellente promovendi. Nee, goed onderwijs is iets anders, zo formuleert hij de taak van het TLC: ‘Ik wil bijdragen aan onderwijs dat bewonderenswaardige, mooie mensen voortbrengt, die van deze samenleving een fijne plek maken om het met elkaar uit te houden.’Tekst: Inge Mutsaers. Dit artikel verscheen eerder in Radboud Magazine. Foto: Dick van Aalst, Radboud Universiteit.