Vroeger roken boeren even aan de bodem om te controleren of hun land gezond was. Maar om te weten wat er allemaal onder de grond gebeurt, is meer nodig dan goed reukvermogen. Ecoloog Rosa Boone van de Radboud Universiteit mikt op een ‘elektronische neus’ die inzicht kan geven in de bodemgesteldheid. De vraag naar voedsel is in de afgelopen jaren gegroeid en daardoor is de landbouw geïntensiveerd. Hoewel de voedselproductie, mede door gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen, een boost krijgt, leidt die intensivering ook tot afname van de biodiversiteit onder de grond. Dit kan nadelig zijn voor de duurzaamheid van de bodem, volgens Boone. ‘In de bodem draait het om samenwerking, ook tussen de plant en het bodemleven. Planten ruilen met schimmels suikers voor voedingsstoffen. Als je kunstmest toevoegt stopt die samenwerking. Daarnaast vormen onder andere organismen samen een afweersysteem tegen ziekteveroorzakende schimmels. En als de biodiversiteit daalt neemt de weerbaarheid van de bodem tegen ziektes ook af.’ Het is dus belangrijk om te weten hoe het bodemleven eruitziet en fungeert, maar dat valt niet zomaar te achterhalen. Boeren moesten het lange tijd doen met hun zintuigen. Zo gingen ze af op de geur van de bodem. Inmiddels is het mogelijk om monsters van de bodem te nemen en op die manier de biodiversiteit te analyseren doormiddel van een DNA analyse. Toch is ook deze methode niet ideaal. ‘Er gebeurt van alles onder de grond. Het bodemleven is heel heterogeen, verandert continu en met monsters krijg je slechts een statisch beeld’, vertelt Boone. Bodemgassen meten Tijdens haar promotieonderzoek mikt Boone op een instrument dat de dynamiek van het bodemleven kan vatten én boeren kan helpen om de gesteldheid van hun bodem te monitoren. Daarbij is het van belang om te weten wat een bodem gezond maakt. ‘Bodemgassen kunnen een goede parameter zijn. Microben, schimmels en bacteriën bewegen door de bodem en stoten ondertussen gassen uit. Dit noemen we vluchtige organische stoffen (VOC’s). Door die VOC’s te meten krijg je dus een beeld van de organismen die in een bodem leven en daarmee mogelijk ook van de bodemgesteldheid.’ Pasklaar product voor boeren Verschillende soorten bodems hebben uiteenlopende bodemlevens. Tot nu toe heeft Boone VOC’s verzameld uit zavel- en kleibodems in de Ooijpolder en uit de zandbodem van Nijmeegse klimaatboerderij Bodemzicht. ‘Op die manier willen we in kaart brengen of er VOC’s zijn die specifiek zijn voor verschillende bodems. Ideaal zou zijn als je VOC’s aan specifieke groepen organismen kunt koppelen om een zo gedetailleerd mogelijk beeld van het bodemleven te krijgen.’ Op die manier wordt het mogelijk om VOC-profielen samen te stellen en te vergelijken. ‘Zo kun je ook bepalen waar de grens ligt tussen een gezonde en intensief gebruikte bodem, welke organismen bij welk type bodembeheer horen. Het mooist zou zijn om tot een pasklaar product te komen dat in samenwerking met boeren is ontwikkeld. Een sensor die ze op hun land kunnen zetten en die oppikt welke bodemgassen in hun grond zitten. Zo kunnen ze de bodemgesteldheid van hun land volgen en indien nodig maatregelen nemen.' Living Lab Ooijpolder Het promotieonderzoek van Rosa Boone is onderdeel van Living Lab Ooijpolder, een project waarbij wetenschappers uit meerdere disciplines met betrokken partijen zoals boeren, overheden en bedrijven samenwerken aan biodiversiteitsherstel en kijken naar de belangrijkste succesfactoren voor herstel. Foto: Dylan de Jonge via Unsplash