In het kader van impact day spraken we met Lisa Doeland, die promotieonderzoek doet naar afval. ‘Afval is er om ons te herinneren aan onze consumptie, en kan daar zo ook een rem op zijn.’ Je zou denken dat de vraag ‘wat is afval’ een makkelijke vraag is, maar dat is niet per se zo. De manier waarop je hem gaat beantwoorden zegt heel veel over in welke wetenschappelijke discipline je zit, of wat je met afval wil doen. Een voorbeeld hiervan zie je in het idee van de circulaire economie, waar afval een onderdeel van is. Daarin zie je heel duidelijk het verhaal ‘afval bestaat niet, afval is een grondstof’. Op die manier wordt de angel eruit gehaald. Afval is geen probleem meer, het is een kans, je kan er iets mee. Daar houden wij als mensen van: je moet dingen niet van de negatieve kant bekijken, maar positief kijken en de potentie zien. Wat is er nou niet prettig aan afval? Lisa Doeland benadrukt dat deze denkwijze problematisch is, want dan ga je voorbij aan het feit dat afval er ook is om ons te herinneren aan onze consumptie, en daar een rem op kan zijn. Dat potentieel heeft het dan niet meer, want afval wordt dan iets positiefs. ‘Je kunt gewoon afval maken want er wordt toch weer wat goeds mee gedaan’: dat is een gevaarlijke gedachte. Iets maken van afval zorgt voor meer afval Wat je daarbovenop nog ziet, is dat de verschillende dingen die we nu met afval gaan doen, zoals er energie uit winnen (waste to energy) soms zelfs een aanzuigende werking hebben. Er moet dan extra spul, afval, geproduceerd worden om dat gaande te houden. Zo werkt het als stimulans om juist méér dingen tot afval te maken. Daarnaast hebben dit soort processen vaak weer een problematisch restproduct waar ook weer een oplossing voor gevonden moet worden. In Nederland wordt dit bijvoorbeeld in wegen gestopt, en zoals je kunt zien in de documentaire De Vuilnisman van Teun van de Keuken is dat ook niet altijd even veilig. Het afval lijkt zo misschien ‘weg’, maar dat is niet zo. Afval is aantrekkelijk voor het kapitalisme Op dit moment richten we ons vooral op afval dat er al is. Hoe maken we daar het beste van en lossen we dat op, hoe maken we de oceaan schoon, et cetera. Initiatieven zoals de Ocean Cleanup richten zich dus niet op de vraag ‘hoe is dat afval allemaal ontstaan en in zee gekomen’, maar er wordt naar een oplossing gezocht. Die oplossingsgerichtheid is aanleiding geweest om een hele industrie te bouwen rond afval. Het is op die manier weer een motor van onze kapitalistische economie geworden. Vanuit het kapitalisme is het heel aantrekkelijk om afval te zien als een mogelijkheid, in plaats van als iets waar we mee moeten stoppen. Er wordt voornamelijk naar oplossingen van het probleem gekeken en niet naar de oorzaak. Dat komt voort uit onze economie en onze cultuur, die ons stimuleert om te consumeren en weg te gooien, en dat afval dan weer ‘op te lossen’ en te gebruiken. Daarmee gaat de belangrijke functie van afval verloren, namelijk dat het er ons op wijst dat we niet zoveel moeten produceren. Afval is geen bijproduct, het is een noodzakelijk onderdeel van een systeem waarin veel wordt geproduceerd. Een mooi voorbeeld daarvan is de vliegtuigindustrie, die zich nu richt op ‘duurzame kerosine’. Er wordt niet gekeken naar manieren waarop we niet of minder kunnen en moeten vliegen, nee: er wordt gekeken naar een oplossing zodat we kunnen blijven doen wat we al doen. Onderscheid maken in afval (en nee, dat is niet afvalscheiding) We zullen altijd afval blijven hebben, maar er is wel een verschil tussen wat we als individu produceren (ons biologisch afval, bijvoorbeeld), en het afval dat ons economisch systeem veroorzaakt. Kijk, uiteindelijk wordt alles natuurlijk afval als er genoeg tijd overheen gaat. Maar er is ‘lastiger’ afval, wat er lang over doet om te vergaan, bijvoorbeeld. Zulk afval kun je vergelijken met het idee van een zombie: het is niet levend, maar het is ook niet dood. Het zit vast in een fase tussen gebruik en vergaan. Recyclen geeft vooral een goed gevoel In ieder geval in de Westerse cultuur is nu er veel afstand tot afval. Dat komt deels ook júist door recycling. Doordat je iets weg kunt gooien in een recyclebak, krijg je het gevoel dat het goed komt. Jij hebt geen vervelend afval geproduceerd, maar je hebt het weer terug in een kringloop gestopt, dus dan is het geen probleem meer. Het is zelfs aangetoond dat hoe meer recycling opties er zijn, hoe makkelijker mensen afval maken. Het afval wordt andermans probleem, je vuilnis wordt opgehaald, dus je voelt je er niet meer verantwoordelijk voor. Ik wil niet zeggen dat we ons allemaal individueel enorm schuldig moeten gaan voelen over ons afval. We maken onderdeel uit van een groter systeem, waarin het voor een deel onvermijdelijk is om afval te produceren. Dat vind ik ook het lastige van deze impact day: je wordt toch ook een beetje aangesproken op je eigen gedrag, en op de vraag ‘wat kan ik nou doen’. Daardoor kun je de systemische problemen die eraan ten grondslag liggen uit het oog verliezen. Schone stoep? Als je allemaal veel op je eigen gedrag gaat focussen, krijg je de neiging om je eigen stoepje schoon te willen vegen en groener te willen zijn dan de ander. Dat maakt je gevoelig voor greenwashing: je wilt je schuldgevoel afkopen door producten te consumeren die worden gemarkeerd als duurzaam. Dat leidt af van keuzes om dingen niet of anders te gaan doen. Je kunt je gedrag niet écht compenseren, maar dat wordt ons wel wijsgemaakt. Misschien droom je van een Tesla kopen. Maar je kunt ook de keuze maken om geen auto te hebben. Zo’n afweging is niet alleen onze individuele keuze, het is een collectief probleem en onderdeel van het systeem. Gaan we dáár iets aan veranderen? Meer lezen ‘Een beter milieu begint wel degelijk bij jezelf’ door filosoof Marc Davidson Onderzoeksproject: groen en duurzaamheid bij kloosters en parochies in Nederland Duurzaamheid op de Radboud Universiteit Lisa Doeland is docent en buitenpromovendus bij de Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen van de Radboud Universiteit. Kijk ook de Brainwash talk van Lisa Doeland, waarin ze uitlegt waarom we moeten stilstaan bij wat er nú gebeurt, in plaats van te hopen dat het beter wordt. Foto: Ben Kerckx via Pixabay