Vandaag verdedigt Nienke Fortuin haar proefschrift in de Religiewetenschappen. In haar onderzoek, waarvoor ze 26 Nederlandse ouderen interviewde en 356 75-plussers een vragenlijst liet invullen, kijkt ze naar de manier waarop ouderen omgaan met hun naderende sterven. Welke rol speelt religie hierin? Wat zijn hun wensen op medisch gebied? En hoe draagt de manier waarop we verhalen vertellen over het ouder worden hieraan bij? 'Heel ongelovige en heel gelovige mensen ervaren de minste doodsangst, terwijl de meeste doodsangst wordt ervaren door de meer twijfelende tussengroep.' 'Mijn onderzoek gaat over zingeving door ouderen aan de laatste levensfase. Hierin staan bepaalde vragen centraal. Welke betekenis verbinden mensen met de naderende dood wanneer ze in hun laatste levensfase zijn? Ook keek ik naar de relaties tussen religie en doodsangst, euthanasie en levensverlengende handelingen. Beïnvloedt de wijze waarop ouderen de dood interpreteren hun wensen met betrekking tot medische zorg rond het levenseinde? Daarnaast wilde ik graag weten welke verhalen mensen vertellen over het ouder worden, en wat mensen helpt tot op hogere leeftijd een dynamisch levensverhaal te kunnen blijven vertellen.' Het effect van religie in denken over euthanasie 'Uit het vragenlijstonderzoek onder ouderen volgt dat mensen die de dood religieus interpreteren, vaker tegen euthanasie en vóór een natuurlijke dood zijn. Mensen die de dood rationeel interpreteren zijn vaker voor euthanasie en mensen die de dood persoonlijk interpreteren zijn juist weer vaker voor een natuurlijke dood. Ook blijkt dat kerklidmaatschap en kerkgang gerelateerd zijn aan een sterkere wens voor levensverlengende medische handelingen. Verder bleek dat een betere gezondheid gerelateerd is aan een sterkere wens een natuurlijke dood te sterven.' Wel of geen levensverlengde handelingen: verschillen tussen mannen en vrouwen 'Mannen blijken minder bezwaar te hebben tegen levensverlengende handelingen dan vrouwen; iets wat ook bij eerder onderzoek is waargenomen. Dit wordt toegeschreven aan enerzijds de grotere ervaring van vrouwen met formele en informele zorgtaken, waardoor ze beter op de hoogte zijn van de complicaties die kunnen optreden bij levensverlengende handelingen, en anderzijds aan de sterke wens van vrouwen geen last te worden voor anderen. Bij mijn diepte-interviews noemden tien van de dertien geïnterviewde vrouwen dat ze geen last wilden zijn of worden voor anderen, terwijl dit niet genoemd werd door de dertien geïnterviewde mannen.' Meer of minder traditionele opvatting van religie 'Uit mijn diepte-interviews kwam ook naar voren dat ouderen die aangaven zelf geen euthanasie te wensen, de meest religieuze groep vormden. Ouderen die aangaven euthanasiebeslissingen te willen verankeren in medische criteria vormden de minst religieuze groep, wat een verband laat zien tussen medicalisering en secularisering. Verrassend genoeg was de groep ouderen die opkwam voor zelfbeschikking rond het levenseinde bijna even religieus als de groep die aangaf geen euthanasie te wensen, maar hadden zij een minder traditionele opvatting van religie en geloofden minder in een hiernamaals. Dit suggereert dat zowel zelfbeschikking omtrent het levenseinde als geïndividualiseerde interpretaties van religie uitingen zijn van het laatmoderne uiteenvallen van de religieuze ‘grote verhalen’.' Angst voor en acceptatie van de dood 'In mijn onderzoek ga ik ook in op doodsangst. De diepte-interviews, die lieten zien dat alleen mensen die twijfelden over hun geloof of een los geloof hadden doodsangst noemden, onderschrijven eerder onderzoek dat een kromlijnige relatie laat zien tussen religie en doodsangst. Dit suggereert dat heel ongelovige en heel gelovige mensen de minste doodsangst ervaren, terwijl de meeste doodsangst wordt ervaren door de meer twijfelende tussengroep. Het vragenlijstonderzoek laat ook een relatie zien tussen het idee dat een andere levensbeschouwing beter was geweest en de wens tot levensverlengende handelingen. Dit kan erop wijzen dat mensen die twijfelen over hun levensbeschouwing meer doodsangst ervaren, wat hen ertoe aanzet de dood langer te willen uitstellen middels medisch ingrijpen. Mooi is dat in de interviews naar voren komt dat, naast hun geloof, ook andere zaken ouderen helpen de dood te kunnen accepteren. Dit zijn de natuurlijkheid en onafwendbaarheid van de dood, de hoge leeftijd die ze hebben bereikt, de (goede) dood die ze hebben meegemaakt van anderen, het mooie leven dat ze ontvangen hebben en hun hoop of verwachting door te leven in anderen.' Hoe we praten over ouder worden 'In het onderzoek kijk ik ook naar de verhalen die mensen vertellen over het ouder worden. Het laat zien dat, naast het culturele narratief dat ouder worden ziet als aftakeling en een narratief dat de nadruk legt op actief ouder worden, ook een narratief bestaat dat ouder worden opvat als innerlijke groei. Een correlatieanalyse toont bovendien dat mensen die vaker bekrachtigende verhalen vertellen over het ouder worden (bijvoorbeeld door genieten of innerlijke groei te benadrukken) ook vaker bevestigende religieuze narratieven uiten (bijvoorbeeld over een luisterende God of dat niets voor niets gebeurt), en vice versa. Ook heb ik onderzocht welke zaken ertoe bijdragen dat ouderen hun levensverhaal voortijdig als ‘voltooid’ beschouwen. Hieruit volgt dat een sterker commitment aan hun levensbeschouwing en een kleinere mate van heroverweging van hun levensbeschouwing, ertoe bijdragen dat ouderen hun levensverhaal minder snel als ‘voltooid’ beschouwen. Ook laat het onderzoek zien dat een hoger welzijn van ouderen en een hoger vertrouwen in het eigen probleemoplossend vermogen bijdragen aan een open en dynamisch levensverhaal. Tenslotte toont het onderzoek een zeer significante relatie tussen een hogere leeftijd en het gevoel dat er geen nieuwe mogelijkheden meer zijn voor het toekomstige levensverhaal.' Met een omweg uitgekomen bij zingeving 'Ik heb zelf een achtergrond in de geologie, maar ik had al heel lang de behoefte in mijn werk iets met zingeving te gaan doen. Dit schoof ik echter steeds voor me uit. Toen ik na de geboorte van mijn jongste zoon met de ambulance naar het ziekenhuis moest worden gebracht, was dit voor mij een ‘wake-up-call’ die maakte dat ik besloot hier niet langer mee te wachten en Religiewetenschappen te gaan studeren. Al in mijn bachelorscriptie Religiewetenschappen heb ik me gericht op de vraag hoe de westerse mens sinds de Vroege Middeleeuwen steeds weer op een andere manier naar de dood is gaan kijken. Ik vind de manier waarop mensen de dood interpreteren heel interessant, omdat dit zo veel zegt over hoe ze in het leven staan.' Ouderen brengen ons iets bijzonders 'Het meest bijzondere vond ik het contact met de dertien oudere mannen en dertien oudere vrouwen die ik heb geïnterviewd voor mijn onderzoek. De openheid waarin ze over hun ervaringen praatten, de kwetsbaarheid waarmee ze zich durfden te laten zien en de wijsheid en humor die vaak door hun woorden sprak, hebben me diep geraakt. Er zijn verschillende dingen die ze gezegd hebben waar ik nog vaak aan moet denken. Ook nu trouwens, in mijn werk als geestelijk verzorger van ouderen, palliatieve patiënten en mensen met dementie, word ik vaak geraakt door de bijzondere ervaringen, verhalen en gedachten die mensen met me delen. Officieel ben ik degene die hen iets komt ‘brengen’, maar het voelt ook heel vaak andersom. Dat maakt mijn onderzoek, en ook mijn werk als geestelijk verzorger, juist zo mooi en interessant.' Het proefschrift van Nienke Fortuin verschijnt binnenkort via Lit Verlag. Foto: coombesy from Pixabay.