Wie vandaag een diploma haalt, moet over een paar jaar haar of zijn kennis alweer bijspijkeren. En ook wie werkt, moet het eigen leerproces zelfstandig ter hand kunnen nemen, zoals dat heet. Wel zo handig dus als leerlingen en studenten al leren om dat te doen, met autonomie ondersteunend onderwijs. Mariska Kleemans van het Radboud Teaching and Learning Centre is een enthousiast pleitbezorger. Als je iets leert of traint omdat je intrinsiek gemotiveerd bent – dus zelf wilt –, gaat dat beter dan wanneer je iets alleen maar doet omdat het moet. Je neemt de kennis beter en sneller op en doet soms meer dan van je gevraagd wordt. Heb je dan ook nog de mogelijkheid om je eigen tempo te bepalen en om te leren op de manier die het beste bij jou past, dan is de kans dat je volhoudt en slaagt nog groter. Ook voor docenten die niet bekend zijn met de term ‘autonomie ondersteunend onderwijs’ zullen deze ideeën niet onbekend zijn. In autonomie ondersteunend onderwijs zijn ze leidend, vertelt Mariska Kleemans, communicatiewetenschapper en aanjager onderwijsontwikkeling en -innovatie bij het Radboud Teaching and Learning Centre. ‘Het belangrijkste van deze aanpak is dat docenten studenten meer verantwoordelijkheid geven voor hun eigen leerproces. Dat heeft als consequentie dat de docent meer een coach wordt dan iemand die precies vertelt wat de leerling moet doen, hoe en wanneer. Je schept de kaders waarin zij aan de slag moeten.’ Hoe veel vrijheid kun je aan? ‘Helemaal nieuw is dat natuurlijk ook niet. Toen ik zelf op de middelbare school zat, werd daar het Studiehuis ingevoerd. In plaats van een leraar die een uur lang stond te vertellen, kregen we een korte instructie en daarna mocht je zelf aan de slag.’ In het primair onderwijs worden leerlingen wel nog meer bij de hand genomen, maar ook daar wordt al jarenlang gedifferentieerd, zodat niet alle leerlingen in een klas hetzelfde tempo hoeven aan te houden. Maar dan hebben we het over lichte vormen van autonomie ondersteunend onderwijs: tegenwoordig zijn er scholen die veel verder gaan, bijvoorbeeld de kunskapsskolan voor (vooral) voortgezet onderwijs, waar leerlingen zelf hun leerdoelen formuleren en daaraan werken. Een aanpak die voor veel leerlingen en docenten kansen biedt, vindt Kleemans, maar niet altijd gemakkelijk is. ‘Docenten hebben dan een stuk minder controle over wat de leerling leert, dat kun je als nadeel zien. En leerlingen willen ook niet allemaal zo veel vrijheid. Dat kan stress opleveren, want hoe weet je dan of je de juiste keuzes maak?’ Het onderwijssysteem biedt bovendien niet altijd ruimte voor al te grote autonomie: ‘We kunnen wel willen dat leerlingen in hun eigen tempo mogen leren, maar we sluiten nog altijd graag af met een toets die liefst iedereen op hetzelfde moment maakt. Eerlijk gezegd denk ik dat die systeemeisen zowel docenten als leerlingen volgzamer maken dan nodig.’ Aan blijven haken bij verandering Toch zijn er goede redenen om meer te doen met autonomie ondersteunend onderwijs, vindt Kleemans, zowel in het voortgezet als het hoger onderwijs. Niet alleen omdat leerlingen en studenten die meer vanuit hun eigen motivatie en in hun eigen tempo werken, enthousiaster en bewuster met de lesstof bezig zijn. Belangrijker is dat scholieren of studenten na hun diplomering terechtkomen in een wereld die over 10 jaar niet meer hetzelfde is als vandaag. ‘Hoe en wat er verandert, weet je nog niet, maar je weet wel dat je in staat moet zijn om daarop aan te blijven haken. Je moet dus vakkennis hebben én weten hoe je zelf nieuwe kennis kunt opdoen.’ Autonomie ondersteunend onderwijs leert je dat, en sluit daarom ook aan op lifelong learning dat van belang is voor iedereen die de school- of collegebanken al lang verlaten heeft. ‘De wereld staat niet stil, je moet je blijven ontwikkelen. En dat gaat het best op je eigen manier.’ Docenten die aan de slag willen met autonomie ondersteunend onderwijs, maar nog niet weten hoe, doen er goed aan om zich te realiseren dat het roer niet in één keer radicaal om hoeft. ‘Zelfs in een hoorcollege kun je dingen veranderen. Bijvoorbeeld door studenten de mogelijkheid geven om ideeën aan te dragen over wat ze het volgend college behandeld willen zien. En je kunt ook in opdrachten meer keuze bieden. Ik geef bijvoorbeeld een vak waarin studenten leren hoe ze een wetenschappelijk artikel moeten lezen. Eerder liet ik iedereen hetzelfde artikel analyseren, nu kunnen ze kiezen uit vijf teksten. Voor de opdracht maakt dat niet uit en zij kunnen nu kiezen wat hen het meest interesseert.’ Beter contact, betere wisselwerking Kleemans ervaringen met autonomie ondersteunend onderwijs leerden haar ook dat het contact met studenten erdoor verbetert en dat dat weer leidt tot een betere inhoudelijke wisselwerking. ‘Goed luisteren naar je leerlingen, hen serieus nemen – dat wordt gewaardeerd. En als het contact beter is, komen leerlingen en studenten met meer en betere ideeën.’ Je bent nodig De wereld heeft grote uitdagingen het hoofd te bieden. Om dat te kunnen doen, zijn wetenschappers, studenten en betrokken burgers nodig die mee willen denken over en werken aan een gezonde, vrije wereld met gelijke kansen voor iedereen. Leerkracht is daarvoor onontbeerlijk. Leerkracht geeft je de macht om je te blijven ontwikkelen. Om onafhankelijk verder te groeien. Om jezelf uit te dagen en daardoor anderen te inspireren. Leerkracht voedt je geest. Op Jebentnodig.nl vind je meer artikelen en een link naar onze lerarenopleidingen. Wil je op de hoogte blijven van onze verhalen? Meld je dan aan op Radboud Recharge. Beeld van Vladislav Babienko via Unsplash.