In juli vertrok een schip vol wetenschappers naar Spitsbergen, een eilandengroep in het Noordpoolgebied, voor onderzoek. Aquatisch microbioloog Annelies Veraart van de Radboud Universiteit was een van de wetenschappers aan boord van de inspirerende én confronterende expeditie. ‘Steeds minder ijsberen vinden een plekje op het smeltende pakijs.’ Nergens gaat de opwarming van de aarde zo snel als in het Arctisch gebied. Smeltende gletsjers, ontdooiende permafrost en krimpend pakijs zijn er aan de orde van de dag. Veraart kon het smelten vorige maand met eigen ogen waarnemen. ‘Het is prachtig om even te gast te mogen zijn in dit landschap vol vogels, gletsjers en ijsberen, maar om het ijs voor je ogen te zien smelten, met temperaturen van 14 graden, stemt erg somber.’ Veraart doet onderzoek naar micro-organismen in waterbodems, waaronder de organismen die bijdragen aan het terugdringen van broeikasgassen. ‘Een van die broeikasgassen is methaan. Dit ligt op veel bodems opgeslagen en als het vrijkomt is het broeikasgaseffect zo’n dertig maal sterker dan bij CO2.’ Door de opwarming van de aarde komt methaan steeds vaker vrij en die uitstoot stimuleert global warming alleen maar meer. ‘Er ontstaat een soort zelfversterkende spiraal.’ Natuurlijke filters Gelukkig bestaan er zogenaamde methanotrofe bacteriën, organismen die methaan afbreken en zo als een natuurlijk filter fungeren. ‘Juist in het snel opwarmende Poolgebied kunnen deze bacteriën een cruciale rol spelen’, vertelt Veraart. In het ijs op de Noordpool ligt ook methaan opgeslagen en zodra dat smelt kan het de uitstoot flink verhogen. Veraart verrichte in Spitsbergen metingen in meren en poelen met smeltwater. ‘In de zes meren was de methaanuitstoot iets lager dan verwacht, maar in de twee poeltjes met smeltwater was de uitstoot veertig keer hoger dan in de meren.’ Naast de metingen nam Veraart monsters van de waterbodem om zicht te krijgen op de aanwezige micro-organismen. In hoeverre er methanotrofe bacteriën in de bodem zitten moet blijken. ‘De monsters liggen nu nog ingevroren aan boord van het schip. Vanaf september kan ik ze gaan bestuderen.’ Onveilig voor onderzoek Voor Veraart en haar collega’s was het niet makkelijk om aan bruikbare data te komen. ‘Door mist, golven en bovenal veel ijsberen aan land moesten we noodgedwongen vijf dagen op de boot blijven.’ De extreme omstandigheden vallen ook deels toe te schrijven aan het veranderende Poolklimaat. ‘Door het smelten van pakijs kunnen steeds minder ijsberen daar een plekje vinden, waardoor steeds meer beren op land achterblijven. Wetenschappers die hier al vaker onderzoek deden, vertelden dat het landschap onherkenbaar is veranderd.’ De dagen op de boot werden gevuld met symposia. ‘Iedere dag vertelden andere wetenschappers over hun onderzoek. Het contact met wetenschappers uit andere disciplines was sowieso erg inspirerend. Horen van gedragswetenschappers en sociologen of hulp krijgen bij je onderzoek van een toxicoloog en een zeehondenonderzoeker maakten deze expeditie ook heel bijzonder.’ Of de expeditie een vervolg krijgt durft Veraart niet te zeggen. ‘Ik zou graag nog eens teruggaan over vijf jaar, maar of dat haalbaar is weet ik niet. De reis zelf is al een belasting voor het klimaat, maar ik vrees ook dat de omstandigheden in Spitsbergen alleen maar extremer zullen worden. Het is dan maar de vraag of veilig onderzoek daar mogelijk is.’ Namens de NOS volgde Heleen Ekker de klimaatexpeditie in Spitsbergen van dichtbij. Lees meer over de expeditie Foto's: Sophie Brasseur