Wat kunnen we van andere dieren, meer specifiek primaten, leren over gender? Frans de Waal, bioloog en primatoloog, sprak erover in een Radboud Reflects lezing op 7 juni. Een verslag. Ook bij mensapen zijn genderrollen een gegeven. In zijn meest recente boek Anders beschreef Frans de Waal observaties die hij deed over de rol die sekse en gender bij deze dieren spelen. Deze kunnen ons als mensen iets leren over hoe we bij onszelf naar deze kwesties kunnen kijken. Na zijn lezing ging hij erover in gesprek met programmamaker bij Radboud Reflects, Pam Tönissen. Sekse en gender – nature en nurture? Aan de basis van De Waals verhaal lag de dichotomie van sekse en gender. De eerste betreft de puur biologische kant van het verhaal, de mannelijke en vrouwelijk hormonen en genitaliën. Gender daarentegen is complexer en heeft te maken met verwachtingspatronen over hoe we vinden dat je je als man of vrouw uitdrukt. Het betreft het mannelijke en vrouwelijke en alles daartussenin. We associëren het verschil tussen sekse en gender vaak met nature en nurture. De extreme posities zijn enerzijds dat gender puur cultureel is, anderzijds dat er slechts twee seksen bestaan. De Waal wees er echter op dat er geen puur natuurlijke, noch puur biologische eigenschappen bestaan. Veel vermeende culturele verschillen tussen man en vrouw hebben een biologische grondslag en andersom. De biologie zit tussen de twee extremen in. Zijn onderzoek naar het gedrag van de mensapen maakte dit voor vele domeinen duidelijk. Ook apen wijken af van genderverwachtingen Normaliter gebruiken we de term ‘gender’ niet voor dieren. Bij de mens spreken we daarover omdat we culturele wezens zijn. We leren veel in onze ontwikkeling en worden pas laat volwassen. Voor deze vertraagde reproductie en volgroeiing is een goede reden: we moeten veel leren voor we competente volwassenen zijn. Bij mensapen is dat net zo. Hoe je je als man of vrouw gedraagt is afhankelijk van wat je in je leven om je heen ziet. We zien dat jonge individuen leren door zichzelf te socialiseren, ze kopiëren het gedrag van volwassenen. Daarbij is het zo dat de jonge vrouwtjesapen het gedragen van de vrouwelijke volwassenen kopiëren, en de mannetjes van de mannelijke. Er zijn echter ook altijd individuen die hiervan afwijken en een tutor van het andere geslacht volgen. Deze ontwikkelen zich verder precies hetzelfde als de andere kinderen. Zo zijn er volwassen mannetjes die zich terugtrekken uit die competitie voor de alfapositie. Ze staan niet perse laag in de rangorde, maar zijn niet geïnteresseerd in het spel. Ook zijn er voorbeelden van vrouwtjesapen die er meer mannelijk dan vrouwelijk uitzien en zich ook zo gedragen. Deze individuen zijn verder volkomen geïntegreerd. Uitstoting uit de groep gebeurt eigenlijk alleen als een individu problemen veroorzaakt, wat zelden het geval is bij individuen die zich qua gender niet conform aan hun sekse gedragen. Chimpansees en bonobo’s Van alle apensoorten zijn we het meest verwant aan de chimpansee en de bonobo. Deze twee soorten hebben echter een heel verschillende sociale structuur. Daardoor kunnen beide soorten ons verschillende dingen over onszelf vertellen. Chimpansees zijn zeer dominant. Dit houdt meer in dan enkel de grootste en sterkste zijn. Een hoge rang bekleden is niet hetzelfde als macht hebben; er is bijna altijd een coalitie die de rangen stabiel houdt. Ook zijn chimpansees zeer territoriaal. Ze hebben bijna altijd vijandelijke relaties met andere groepen en dikwijls is hun agressie ook dodelijk. Bonobo’s zijn daarentegen veel minder dominant. Ze leven veel vreedzamer en hebben enorm veel seks. Dit wordt gebruikt om over competitie heen te komen. Het zijn ook de vrouwtjes die de alfapositie bekleden en vaak in een kliek samen het geheel regeren. Ook zijn ze niet territoriaal. Ze zijn sociaal en ontmoeten graag andere groepen met wie ze eten delen en ze adopteren zelfs elkaars kinderen. Ondanks hun verschillen staan beide soorten even dicht bij ons. We moeten ze dus evenveel aandacht geven als we ze onderzoeken. Verzorgende vrouwtjes, ravottende mannetjes Er zijn duidelijke verschillen op te merken tussen vrouwelijke en mannelijke primaten. Bij alle soorten hebben de vrouwen een enorme belangstelling voor kinderen. Het zijn ook de vrouwtjes die het verzorgen van het kind volledig op zich nemen. Jonge vrouwtjes worden vaak babysitters, zodat de moeder even ‘pauze’ kan nemen, maar ook zodat zij zelf de noodzakelijke voorbereiding krijgen voor hun latere rol als moeder. De belangstelling voor kinderen is instinctief, maar het grootbrengen moet geleerd worden. De jonge mannetjes doen vooral aan worstelen en ravotten. Dit is om twee redenen noodzakelijk. Zo leren ze vechttechnieken die ze later misschien nodig zullen hebben, maar ze leren vooral ook hun kracht te beheersen. Een gorillaman is prima in staat een kind te doden, maar kan er veilig mee spelen omdat hij zijn kracht heeft leren kennen toen hij jong was. Alle studies naar primaten en mensen wijzen op dit verschil tussen mannen en vrouwen. Alleen op cognitief vlak zijn er geen significante verschillen tussen de seksen: er is geen bewijs dat wijst op verschillen in intelligentie. Potentiëlen: vervagende geslachtsverschillen Tot slot wees De Waal op de potentiëlen van beide seksen: gedrag dat niet het meest gebruikelijk is maar wel plaatsvindt. De geslachtsverschillen vervagen hierdoor. Een voorbeeld is vrouwelijk leidershap bij chimpansees. Een vrouwenhiërarchie wordt niet bepaald door fysieke capaciteiten. Er is namelijk een onderscheid tussen fysieke dominantie en macht. De man is fysiek groter en sterker, maar macht ligt anders: er zijn hooggeplaatste vrouwen met veel meer macht in de groep. Bij primaten stappen mannen gevechten binnen en stoppen deze. Vrouwen lossen naderhand de problemen op door banden te herstellen na een conflict. Dit misverstand bestaat ook bij de mens: mannen zijn niet hiërarchischer dan vrouwen. Ten tweede is er het potentieel van mannen om voor kinderen te zorgen. Chimpansee- en bonobomannetjes laten de verzorging van kinderen aan de vrouwen over. Maar als een volwassen moeder haar leven verliest nemen mannen vaak die taak over. Volwassen primatenmannen kunnen dit best en zijn er indien noodzakelijk ook toe geneigd. De uitspraak dat mannelijk leiderschap en vrouwelijk ouderschap nou eenmaal natuurlijk is kon De Waal daarmee als onzin afdoen. Hij onderstreepte hiermee het belang om te allen tijde meer biologie aan te voeren in de discussie over gender. Dit artikel verscheen eerder, in iets andere vorm, op de website van Radboud Reflects Foto: Margaux Ansel via Unsplash