De ruimte wordt gemilitariseerd. Het buitenaardse is niet langer puur een wetenschappelijk domein, nu meerdere naties in een gewichtsloze wapenwedloop verwikkeld zijn. Overvolle satellietbanen, ruimtetoerisme en zelfs commerciële mijnbouw veranderen de ruimte in een smeltkroes van conflicterende belangen. Er zijn speciale regels nodig om te voorkomen dat de ruimte in een nieuw ‘Wilde westen’ verandert. De ruimte verwordt meer en meer een internationaal strijdtoneel. Trump kondigde afgelopen jaar aan dat de Verenigde Staten een eigen space force krijgen; de NAVO erkende de ruimte in november officieel als oorlogsdomein en meerdere landen experimenteren met wapens waarmee satellieten en andere ruimtevoertuigen uitgeschakeld kunnen worden. Bovendien spelen niet alleen staten, maar ook commerciële partijen in toenemende mate een rol in het ontwikkelen en uitvoeren van ruimte-initiatieven. Volgens rechtsfilosoof Lonneke Peperkamp van de Radboud Universiteit zijn er dringend nieuwe spelregels nodig voor de ruimte. De voordelen van verschillende ruimte-activiteiten zijn enorm. Satellieten hebben ons militaire, civiele en commerciële mogelijkheden gegeven. Helaas brengen de mogelijke militarisatie en commercialisatie van de ruimte verschillende potentiële conflicten en vraagstukken met zich mee. Momenteel is het onduidelijk wat is toegestaan, waardoor het risico bestaat dat de ruimte een nieuw ‘Wilde Westen’ wordt. ‘De huidige wetgeving kan niet probleemloos op ruimte-gerelateerde vraagstukken worden toegepast,’ legt Peperkamp uit. ‘We hebben te maken met een ongekende variëteit aan actoren en interdisciplinariteit, een enorme snelheid in technologische ontwikkelingen en bovendien heeft de ruimte simpelweg geen grenzen. Het gebrek aan zwaartekracht, de snelheid van objecten en het ongastvrije klimaat maken de ruimte een uniek domein. Maar conflicten die zich in de ruimte voor kunnen doen, vragen wel om regelgeving.’ Een dichtbevolkte ruimte Een voorbeeld van een potentieel conflict is de dichtheid van objecten in een baan om de aarde. ‘Momenteel draaien er ongeveer 5.000 satellieten om de aarde, maar daarvan werken er slechts 2.000. De rest is buiten werking. Bovendien vliegen er meer dan 34.000 objecten rond de aarde met een doorsnede van meer dan tien centimeter en naar schatting ongeveer een miljoen kleinere objecten.’ Zulk ruimtepuin kan het gevolg zijn van botsingen of het afbreken van stukken van oude satellieten. Met de toename van de hoeveelheid satellieten en ruimtepuin groeit de kans op botsingen. ‘Wie bepaalt of een satelliet de ruimte in mag worden geschoten? En wat vinden we er bijvoorbeeld van dat Elon Musk van plan is om tussen de zeven- en twaalfduizend satellieten de ruimte in te schieten voor zijn Starlink programma?’ De staat van het ruimterecht Het fundament voor het huidige ruimterecht is een verdrag uit 1967, de Outer Space Treaty. In dit verdrag, ondertekend door 109 landen, staat onder andere dat de ruimte alleen voor vreedzame doeleinden mag worden gebruikt, dat er geen nucleaire wapens in de ruimte mogen worden geplaatst en dat er geen soevereiniteitsclaims in de ruimte mogen worden gedaan. Deze richtlijnen zijn echter erg vaag. Wat zijn bijvoorbeeld ‘vreedzame doeleinden’? Militaire satellieten worden momenteel grootschalig gebruikt in spionage en oorlogvoering. Valt dit onder vreedzaam gebruik of is dit een schending van het verdrag? Om de Outer Space Treaty aan te vullen, wordt inmiddels gewerkt aan een aantal internationale richtlijnen. Een probleem hierbij is volgens Peperkamp dat wordt gekeken naar de Lex Lata – het recht zoals het nu bestaat en niet naar de Lex Ferenda – het recht zoals het zou moeten zijn. ‘Om tot een sluitend wettelijk kader te komen, is een nieuw normatief raamwerk nodig, gestoeld op internationaal geaccepteerde morele principes.’ Lonneke Peperkamp. Foto: Radboud Reflects. Een mogelijk startpunt voor een dergelijke ethiek is Just War Theory: een stroming in de politieke filosofie die zich bezighoudt met de vraag wanneer het gerechtvaardigd is een oorlog te beginnen. Een aantal van de morele principes die aan Just War Theory ten grondslag liggen – individuele en collectieve mensenrechten, het beperken van schade – kunnen wellicht als basis dienen voor het ontwikkelen van recht met betrekking tot de militarisatie van de ruimte. Maar zelfs dit is niet zonder problemen. ‘Houden we alleen rekening met mensen die nu leven? Of ook met toekomstige generaties? En moeten we onze morele cirkel wellicht zelfs uitbreiden tot niet-mensen?’ Internationale afspraken Een groot probleem met deze internationale afspraken blijft dat overheden weinig bereid lijken vrijwillig in te stemmen met internationale wetgeving, die de eigen handelingsmogelijkheden inperkt. ‘Ik denk niet dat we in de nabije toekomst een nieuw internationaal ruimteverdrag moeten verwachten,’ aldus Peperkamp. ‘Daarvoor lijken staten en commerciële partijen te veel op eigen gewin uit.’ Tegelijkertijd ontstaat er internationaal meer aandacht voor onderwerpen als ruimtepuin. ‘China kreeg onlangs stevige kritiek, omdat ze haar eigen satelliet op heeft geblazen. Staten lijken zich steeds bewuster van de mogelijke problemen met ruimtepuin en er lijkt in de internationale gemeenschap een overtuiging te groeien dat we hier iets aan moeten doen. Wellicht dat we op deze manier toch een begin kunnen maken met internationale ruimtewetgeving.’ Dit artikel is een bewerking van een verslag dat eerder op de website van Radboud Reflects verscheen. Zie ook bovenstaande video. Foto: NASA-Imagery via Pixabay.