De coronacrisis heeft een groot effect op de werk- en thuissituatie van Nederlandse gezinnen met kinderen. Voor moeders veranderde er gemiddeld meer dan voor vaders. Moeders hebben minder vrije tijd dan vaders, ervaren meer werkdruk en nemen nog altijd meer huishoudelijke- en zorgtaken op zich. Dit blijkt uit onderzoek van sociologen van de Radboud Universiteit, Universiteit Utrecht en Universiteit Amsterdam. Verdeling van huishoudelijke- en zorgtaken De onderzoekers hebben in hun studie de arbeids-en zorgverdeling van 863 Nederlandse respondenten onderzocht in gezinnen met minstens één werkende ouder en één of meer thuiswonende kinderen jonger dan 18 jaar. Het blijkt dat vaders sinds de coronacrisis meer huishoudelijke- en zorgtaken op zich nemen. Ruim een vijfde (22%) van de vaders is meer dan voorheen voor de kinderen gaan zorgen. Toch blijven moeders het overgrote deel van de zorg- en huishoudelijke taken doen. Dit ondanks het feit dat zij in deze tijd vaker in cruciale beroepen werken en daardoor ook meer buitenshuis werken. Socioloog en hoofdonderzoeker Mara Yerkes (Universiteit Utrecht): 'Deze bevindingen zijn zorgelijk voor de maatschappelijke en economische positie van moeders. Moeders die meer zorgtaken op zich nemen werken bijna altijd minder en zijn daarom vaker economisch afhankelijk van een partner.' Ook Stéfanie André, tweede auteur en universitair docent bestuurskunde aan de Radboud Universiteit, vindt het zorgelijk dat moeders aangeven veel minder vrije tijd te hebben dan voor de coronacrisis. 'Voor een goede werk-privé balans zijn voldoende rust en ontspanning belangrijk. Als de taken op werk en/of privégebied zwaarder worden dan verslechtert deze balans met mogelijk negatieve gevolgen voor de gezondheid,' aldus André. Vanuit de Radboud Universiteit zijn ook Peter Kruyen, Debby Beckers en Sabine Geurts betrokken bij het onderzoek. Kansen Yerkes ziet echter ook positieve ontwikkelingen. De toename in zorgtaken door sommige vaders biedt kansen voor verdere emancipatie van zowel moeders als vaders. 'Deze laatste groep worstelt nog altijd met de maatschappelijke verwachtingen om kostwinner te zijn voor het gezin. Door de coronacrisis krijgen zij nu de kans om deze verwachtingen uit te dagen en meer zorgtaken op zich te nemen,' aldus Yerkes. Thuiswerken en werktijden Meer dan de helft van de ondervraagde ouders werkte vanaf de maand april vanuit huis en bijna alle respondenten gaven aan dat hun kind(eren) thuis zat(en). Er is een duidelijke tweedeling in thuiswerken. Onder de thuiswerkers zijn veel hoogopgeleide ouders en ouders werkzaam in de publieke sector. 'Deze ongelijke verdeling kan belangrijke gevolgen hebben voor de verdere invulling van de anderhalvemetersamenleving,' merkt Yerkes op. 'Ouders met cruciale beroepen (vooral moeders) en ouders met een MBO-diploma of lager werken juist vaker buitenshuis. Deze groep loopt mogelijk een hoger risico op besmetting, bijvoorbeeld door het hebben van een cruciaal contactberoep, het vaker gebruikmaken van het openbaar vervoer, of contact met anderen op de werkvloer,' stelt Yerkes. De ondervraagde ouders gaven ook aan vaker in weekenden of avonden te werken. Vooral moeders passen hun werktijden vaker aan in de coronacrisis, blijkt uit het onderzoek. Impact op ouders De impact op werkende ouders is groot. Velen ervaren meer werkdruk (35%), hebben minder vrije tijd (48%), hebben vaker onenigheid met elkaar over de zorg voor kinderen (51%), en ervaren over het algemeen minder balans tussen hun werk en privéleven. De impact op moeders is nóg groter. Zij ervaren, meer dan vaders, een stijging in de werkdruk en leveren massaal in op vrije tijd. De werkdruk is het hoogst in gezinnen waar alle ouders in een cruciaal beroep werken. Vaak gaat het gelukkig ook goed, want een deel van de ouders ervaart geen toename in werkdruk en ook geen toename in onenigheid met de partner. Bron foto: Pexels.