Door overdreven focus op de belangen van specifieke bevolkingsgroepen komen liberale democratieën in gevaar, stelde politicoloog Francis Fukuyama zondagavond tijdens een lezing op uitnodiging van de Radboud Universiteit. ‘We moeten op zoek naar een verbindende identiteit, terug naar een nationaal identiteitsgevoel.’ Waar politici zich lange tijd profileerden met een eigen visie op de economie, onderscheiden ze zich tegenwoordig door uitspraken rond identiteit, signaleerde de vermaarde Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama, zondagavond tijdens zijn lezing in een goedgevulde concertzaal De Vereeniging. ‘Denk aan Trump die rond de midterm-verkiezingen niet sprak over economische groei, maar over het beschermen van de Amerikaanse identiteit.’ Die wereldpolitieke draai verklaart de groei van rechts sinds de kredietcrisis van 2008. ‘Terwijl het op basis van economische standpunten logischer was geweest als linkse partijen toen waren gegroeid.’ De focus op identiteit is begrijpelijk, stelt Fukuyama. ‘Het is een universeel verlangen om gerespecteerd te worden en erkenning te krijgen voor wie je bent.’ Maar in de vorm van identiteitspolitiek, de neiging om politiek te bedrijven van één specifieke sociaal-politieke gemeenschap, kan het vandaag de dag een bedreiging vormen. Zowel voor liberale democratieën als voor de internationaal liberale orde. ‘Op rechts rijzen populistische leiders die namens ‘the people’ claimen te spreken, terwijl ze bepaalde groepen uitsluiten. Ze vormen een concrete dreiging door hun pogingen om instituties zoals de media en de rechterlijke macht te muilkorven en ondermijnen.’ Working class genegeerd Een ontwikkeling die links zichzelf mag aanrekenen, vindt Fukuyama. ‘Waar de feministen en de burgerrechtenbewegingen in de sixties terecht aandacht vroegen voor hun specifieke problemen, zijn linkse politieke partijen zich vanaf de jaren tachtig zo veel op dit soort groepen gaan focussen, dat ze de witte working class negeerden.’ Gedesillusioneerd, niet zelden werkloos door deïndustrialisatie, zag deze groep The American Dream vervliegen, terwijl anderen met hulp van de politieke elite in het zadel werden geholpen. ‘Daarbij vormt de arrogante reflex om populisten weg te zetten als racisten en xenofoben een verklaring voor de groei van rechtse partijen.’ Islamitisch radicalisme onder westerse jongeren vindt zijn oorsprong volgens Fukuyama eveneens in een hang naar erkenning. ‘Ze leven tussen traditie en moderniteit, identificeren zich niet met hun ouders en voelen zich niet thuis in Westerse samenlevingen.’ Hij noemt het verwarde jongeren, ‘kruimeldieven, vaak opgroeiend in gebroken gezinnen, voor wie het verleidelijk is om zich samen met broeders actief tegen het Westen te verzetten’. Nationale identiteit De oplossing? ‘Op zoek naar verbindende identiteit, dat betekent terug naar een nationaal identiteitsgevoel’, zegt Fukuyama. Hij zou een Europese identiteit ideaal vinden, maar ziet daartoe geen basis. ‘Betekent dat voor ons terug naar schaatsen en molens?’, vraagt filosofe Fleur Jongepier in gesprek met Fukuyama: ‘Symbolisme is goed, maar kies wel de juiste symbolen. Schaatsen wordt misschien lastig met ontwikkelingen als global warming.’ Er ontstaat rumoer als een toeschouwer Fukuyama vraagt of rechts-populistische partijen juist de oplossing zijn voor bedreiging van de westerse samenleving door groeiende moslimaantallen. ‘Identiteit begint of eindigt niet bij etniciteit. De uitdaging is om wie dan ook goed te laten integreren in de maatschappij, net zoals veel moslims in het verleden al deden.’ Het publiek bekent kleur met instemmend applaus. Bekijk de lezing