Onder leiding van Maria Hopman voert een team wetenschappers van het Radboudumc sinds 2007 jaarlijks verschillende onderzoeken uit tijdens de Nijmeegse 4Daagse. Het 4Daagse-onderzoek leverde tot nu toe liefst 56 wetenschappelijke publicaties op. En de teller loopt. Ieder jaar nemen meer dan 12.000 mensen deel aan vragenlijstonderzoeken. Honderden deelnemers melden zich tijdens de 4Daagse dagelijks bij het onderzoekscentrum, pal naast de start- en finishlocatie. Maria licht enkele resultaten van de afgelopen jaren toe. Tijdens het wandelen stijgt de lichaamstemperatuur met 1 graad Celsius. Is dat erg? “Tijdens inspanning stijgt je lichaamstemperatuur. Van alle energie komt 80 procent vrij als warmte die afgegeven wordt aan je bloed. Die warmte raak je weer kwijt via de huid of door te transpireren. De balans houd je nooit helemaal goed en de temperatuur loopt wat op. Bij wandelen is dat altijd ongeveer een graad. Oververhitting is daarmee niet voor de hand liggend, iets dat bijvoorbeeld bij hardlopen wel het geval is. De stijging van de lichaamstemperatuur is overigens iets anders dan koorts. Daarbij gaat de thermostaat in je hoofd omhoog. Die blijft bij wandelen gewoon rond de 37 graden Celsius. De temperatuurstijging is een warmtebalansprobleem dat geen kwaad kan en zich vanzelf oplost.” 20 procent van de wandelaars drinkt te weinig tijdens een wandeldag. Wat betekent dat? “We meten op 3 manieren. Allereerst kijken we naar gewicht. Verlies je meer dan 2% lichaamsgewicht, dan drink je te weinig. Ook kijken we naar hoe geconcentreerd de urine is. En we onderzoeken in welke mate het zoutgehalte in het bloed oploopt. Allemaal indicatoren dat iemand te weinig gedronken heeft en uitdroogt. Mannen zweten over het algemeen meer en moeten dus ook meer drinken. Hetzelfde geldt voor mensen met overgewicht. En kennelijk is het ook wennen. Want we zien dat het beter gaat op dag 2, 3 en 4.” De hartschade die optreedt na een wandeldag lijkt voorspellend voor hart- en vaatziekten. Kun je dat toelichten? “We hebben het dan over zware inspanning. Denk aan 10 uur wandelen, een flink stuk hardlopen of een wielertocht. Het eiwit troponine dat normaal in je hartspier zit, komt dan in je bloed terecht. En dat kun je meten. Mensen met een hoger troponinegehalte na het wandelen, hebben vaker hart- en vaatziekten in de toekomst. Dit jaar gaan we dat nog eens in kaart brengen bij 500 wandelaars. Een waardevol onderzoek, want met deze kennis kun je preventief besluiten een cardioloog te bezoeken, en risicofactoren als verhoogde bloeddruk en cholesterol aanpakken.” De eerste wandeldag is fysiek het zwaarst. Waarom is dat? “Er zijn 2 redenen. Allereerst zien we dat mensen gespannen en nerveus zijn op de eerste wandeldag. Het is bovendien de eerste dag dat mensen heel vroeg opstaan. En zo zijn er meer stressfactoren. Daarna gaat het lekkerder, mensen zijn wat meer ontspannen en komen in een ritme. De tweede reden is fysiologisch van aard. Na de eerste dag zien we allerlei aanpassingen in de spier, het plasma- en het bloedvolume nemen toe, en er is minder spierschade. Je lichaam past zich heel snel aan en dat gaat na dag 2 en 3 nog verder door.” Een hogere wandelsnelheid is gerelateerd aan een betere score op een cognitietest. Waardoor komt dat? “Een aantal jaar geleden lieten we een groep zestigplussers uitgebreide testen invullen. We wisten ook hun wandelsnelheid. De uitkomst van die testen en hun snelheden bleken met elkaar samen te hangen. Dat komt ook terug in de literatuur. Wandelsnelheid is een maat voor vitaliteit, eigenlijk een soort fitheidstest voor hart, longen en bloedvaten. En daarmee dus ook voor de kwaliteit van organen. In die zin heeft het invloed op de hersens als orgaan en daarmee ook op de uitkomsten van de cognitietest.” Mensen met diabetes type 2 hebben minder medicatie nodig naarmate ze meer trainen voor de 4Daagse. Hoe verklaar je dit? “We hebben een diabetesgroep getraind die normaliter niet meedoet aan de 4Daagse. We zagen dat zij door actief te worden, hun spieren activeerden en daardoor gevoelig werden voor insuline. Als gevolg van die beweging hadden ze minder medicatie nodig. En een enkeling kon zelfs zonder! Als een spier niks hoeft te doen, dan heeft hij ook geen suikers nodig, laat hij de suikers niet binnen en wordt daardoor ongevoelig voor insuline. Maar voor dergelijke inactiviteit zijn wij niet gebouwd. Het mooie is dus dat dit omkeerbaar is. Zelfs na jaren van inactiviteit of overgewicht heb je al vrij snel effect. Voor veel deelnemers een goede motivatie om door te gaan met bewegen.” Zowel extra collageen als extra beweging vermindert knieklachten. Hoe zit dat? “Collageen vermindert de slijtage van de knie. Maar beweging lijkt nog meer effect te hebben. We gaven een groep wandelaars collageen en een andere groep wandelaars een placebo. Beide groepen hadden langdurige knieklachten. En wat bleek: ook in de placebogroep was een afname van klachten te zien. Door meer te bewegen met lichte belasting smeer je het gewricht. En dat helpt.” 4Daagse-deelnemers van alle leeftijden hebben in de zomer voldoende vitamine D. Dat klinkt logisch. “Daarvoor is inderdaad een simpele verklaring. Ze zijn voldoende buiten, krijgen genoeg zonlicht en maken dus ook genoeg vitamine D aan. Hoe ouder je wordt, des te minder vitamine D je aanmaakt. Het advies van de gezondheidsraad is om extra bij te slikken vanaf 50 jaar voor vrouwen, en vanaf 70 jaar voor mannen. Toch hebben de wandelaars voldoende. De huid doet het dus prima en is in staat voldoende vitamine D aan te maken, we komen alleen steeds minder buiten!” Extra eiwitten voor de 60+ wandelaar verbetert de spiermassa. Waarom is dat belangrijk? “Ben je 60+? Dan verlies je spiermassa. Daartegen kun je 2 dingen doen: bewegen met kracht en extra eiwit nemen. Deelnemers aan de 4Daagse bewegen wel goed, maar extra eiwit nemen zit niet in hun systeem. 3 maanden lang hebben we een groep extra eiwit gegeven terwijl een andere groep een placebo kreeg. Bij de eiwitgroep zagen we verbetering in spiermassa. Dat is hoopvol! Want als je niet meer uit je stoel kan komen of trap kunt lopen, ga je langzaam achteruit op zoveel vlakken: qua spieren, maar ook qua hart en vaten. Dus extra eiwitten nemen om spiermassaverlies tegen te gaan, loont.” Wandelaars moeten wennen aan insecteneiwitten, maar er zijn aanwijzingen dat ze bijdragen tot spiermassatoename. Hoe zit dat? “Vorig jaar deden we onderzoek naar insecteneiwitten, een relatief nieuw gebied. We onderzochten 3 groepen 3 maanden lang. Een groep kreeg insecteneiwit, een ander kreeg dierlijk eiwit en er was een controlegroep. We zagen dat mensen insecteneiwitten minder goed verdroegen en er soms buikklachten van kregen. Maar bij de mensen die het wel volhielden nam spiermassa meer toe dan bij dierlijk eiwit. Misschien is de samenstelling ervan gunstiger, dat is nog niet duidelijk. Maar het is wel een belangrijke bevinding want het is een veel duurzamere vorm van eiwit, en heeft nog meer onderzoek nodig.” Foto: Wikimedia Commons