Waarom vinden we complexe kunst mooi? Roel Willems, psycholoog en onderzoeker bij het Centre for Language Studies aan de Radboud Universiteit, brengt het antwoord een stap dichterbij. Uit zijn onderzoek bleek dat we makkelijke gedichten mooier vinden in een eenvoudig lettertype, maar dat het lettertype bij complexe gedichten geen effect heeft. Complexe kunst laat ons meer stilstaan bij het kunstwerk zelf. Maar waardering zit hem dus niet alleen in de tijd die we met het kunstwerk doorbrengen. Roel Willems bezocht in van 2017 diverse zomerfestivals om de waardering van bezoekers voor bepaalde gedichten te meten. Onlangs werden de resultaten van het onderzoek gepubliceerd. Wat bleek: mensen vonden makkelijke gedichten mooier in een eenvoudig lettertype. In een moeilijk leesbaar lettertype vonden mensen de gedichten minder mooi. Dat had Willems ook verwacht. Wat hij niet verwachtte, was dat een verschil in lettertype helemaal geen effect had bij complexe gedichten. Sterker nog: 'We dachten dat een moeilijk lettertype mensen zou dwingen langzamer te lezen waardoor ze de moeilijke gedichten meer zouden waarderen.' Maar niet dus. Het eenvoudige lettertype (links) is Calibri. Het complexe lettertype (rechts) is Mistral. Het gedicht ‘Sterfbed’ is van Jean-Pierre Rawie. Willems legt die verwachting uit aan de hand van het begrip fluency. Kort door de bocht betekent dit: hoe makkelijker iets te verwerken is, hoe mooier we het vinden. Volgens deze theorie vinden we teksten die makkelijker lezen, mooier dan moeilijke teksten. Ook een keukenkastje dat makkelijk opent, vinden we mooier dan één dat moeilijk opengaat. De theorie ging in het onderzoek van Willems voor de makkelijke gedichten inderdaad op, maar voor de moeilijke niet. De theorie zélf is te makkelijk, stelt Willems. Zo werkt het concept van fluency lang niet altijd. 'Een typische fluency-regel is: maximaal één boodschap per zin, en maak de zinnen niet te lang. Jaren geleden hebben ze dat in schoolboeken toegepast. Wat bleek? Die boeken waren heel moeilijk te volgen. Het was tang-tang-tang, net een soort mitrailleur. Een jammerlijk experiment, want later bleek dat de leerlingen echt slechter scoorden.' De misvatting, volgens Willems, is dat we soms regels opstellen om makkelijke teksten te maken. 'Maar het volgen van regels levert een supersaai stuk op, zowel bij fictie als non-fictie.' Aandacht tracken ‘Als de inhoud van een stuk lastig is moet je disfluency inbouwen,' zegt Willems, 'zodat je de lezer of luisteraar verhindert de inhoud snel tot zich te nemen. Dat is bijvoorbeeld wat auteurs en componisten doen.' Als voorbeeld geeft Willems het gebruik van ingewikkelde metaforen, zoals in het gedicht ‘Wanhoop als een kuil afschilderen’ van Vicky Franken: je huid is een instrument dat huivert / de wind fluit valse tonen in je haar / kippenvel bespeelt je botten / en er komt geen einde aan. Willems had verwacht dat het moeilijke lettertype voor deze disfluency zou zorgen, maar het onderzoek wees anders uit. Voor een beter begrip van waar dit door komt is meer onderzoek nodig. 'Ik wil kijken naar wat er tijdens het lezen met je ogen gebeurt. Hoe langer je naar woorden kijkt, hoe meer je daarmee bezig bent. Blijft iemand bij een cruciale metafoor hangen? Dat mechanisme ben ik benieuwd naar.' Lees het artikel van Xin Gao, Jeroen Dera en Annabel Nijhof en Roel Willems, Is less readable better? The case of font readability in poetry appreciation. Beeld van Victor Grabarczyk via Unsplash.