Meisjes die voetballen, het wordt steeds gewoner in Nederland. Maar moslimmeisjes die voetballen - mag dat wel ‘van hun godsdienst’? Zeker wel, weet Kathrine van den Bogert, antropoloog aan de Radboud Universiteit. Zij promoveerde in 2019 aan de Universiteit Utrecht op onderzoek naar meidenvoetbal in de Haagse Schilderswijk en publiceerde recent enkele vervolgartikelen. ‘Veronderstellingen over wat deze meiden wel of niet mogen of willen vormen een grotere barrière dan hun moslimachtergrond.’ In 2014 kwam Van den Bogert voor het eerst in aanraking met de voetballende moslimmeiden in de Schilderswijk, met wie ze tot op de dag van vandaag contact heeft. Althans: niet met allemaal, maar ze volgt hen nog steeds en is bijvoorbeeld geïnteresseerd in hoe ze omgaan met lockdowns en andere coronamaatregelen. ‘Intussen is het meidenvoetbalproject dat ik toen volgde, en dat onderdeel was van een breder pakket, meer een sociaal wijkproject geworden, waarbij jongeren samenkomen voor workshops rondom bijvoorbeeld school- en studiekeuze, om te sporten, te chillen, huiswerk te maken. Voetballen doen ze ook nog , maar dat is meer een middel om mensen samen te brengen. Het uitgangspunt was toen en is nog steeds: vraag aan jongeren zelf waar ze behoefte aan hebben. En dan zie je: sommige meisjes willen graag sporten en vinden zo een hardloopmaatje, anderen gaat het vooral om de ontmoeting en die zoeken elkaar online nu vaker op. Dat jongeren zelf met oplossingen komen zorgt ook dat ze minder snel afhaken. Die eigen zeggenschap, ‘ownership’, dat is iets wat ik nu meer bestudeer.’ ‘Laten zien wat we kunnen’ Vraag wat jongeren willen in plaats van te veronderstellen dat je dat wel weet. Dat is een van de belangrijkste lessen die Van den Bogert trok uit haar onderzoek. Een grote groep overwegend Marokkaans-Nederlandse meisjes tussen de 13 en 20 jaar in de Schilderswijk bleek namelijk te willen voetballen, en wel op straat. Ze organiseerden uiteindelijk, met hulp van een coördinator, zelf een voetbalcompetitie waaraan 10 teams meededen. ‘Ruim 100 meiden, die op zondag wedstrijden speelden en meestal op woensdag trainden in hun eigen straat.’ Van den Bogert sprak sportdocenten, trainers en mensen die bij Cruyff Courts en andere buitensportplekken betrokken waren. Velen van hen dachten dat moslimmeiden beter binnen konden sporten. ‘Zij dachten dat deze meisjes niet zo zichtbaar buiten mochten sporten vanwege hun religieuze achtergrond. Maar de meisjes zeiden zelf: wij willen ook wel eens laten zien wat we kunnen.’ Hoezo seksesegregatie? Toen de competitie eenmaal op gang kwam, bleek dat er ook wel wat jongens mee wilden voetballen. Kon vast niet, want moslima’s mogen niet gemengd sporten, veronderstelden bestaande sportorganisaties. Maar de meisjes hadden er geen probleem mee. Van den Bogert: ‘Dat sekseonderscheid in de sport is trouwens sowieso een interessant punt. Dan zei een subsidieverstrekker tegen mij: “we vinden het lastig dat het een meidencompetitie is, want seksesegregatie willen we niet stimuleren”. Daar hoor je niemand over als het over een gaat over voetbal in clubverband. Dan vindt iedereen het normaal dat jongens en meisjes in aparte teams en competities voetballen. En voetbalelftallen met alleen jongens, zoals het altijd was, dat wordt niet als seksesegregatie gezien.’ Echt niet zo anders Het onderscheidende punt, of het nou hardop gezegd werd of niet, is steeds de religieuze achtergrond. ‘De meeste meisjes zijn geboren in Nederland, hun ouders vaak ook. Dus ze zijn wel Nederlandse burgers, maar omdat ze moslim zijn, worden ze toch als “anders” gezien. Alleen zijn ze in de praktijk echt niet zo veel anders dan andere Nederlandse jongeren. Religie is niet altijd het belangrijkste in hun leven, ze vinden school stom en voetbal belangrijk, gechargeerd gezegd. En nu in de coronatijd missen ze school ook, en hun vrienden.’ Kortom? ‘De focus op religie is bij deze groep echt overmatig. Dat is echt niet dé verklaring van hoe zij hun leven inrichten. En door die focus zie je de overeenkomsten met andere Nederlanders over het hoofd. Het zal vaak ook nog wel met de beste bedoelingen gebeuren hoor, dat geloof ik meteen. Maar het werkt niet.’ Foto via PxHere