In de komende drie jaar zullen in Nijmegen vijftien ‘Waalpaintings’ verschijnen: street art die de geschiedenis van de stad zichtbaar maakt. Van Byzantijnse prinses tot krakersrellen, van Bataafse opstand tot Lodewijk Napoleon. ‘Zodra je ernaar kijkt, heb je al iets geleerd over de geschiedenis, zo snel gaat het.’ New York, Berlijn, Londen, Utrecht: steden opfleuren met street art is inmiddels een bekend fenomeen. Ook in Nijmegen zijn er in de afgelopen jaren aardig wat grauwe gevels omgetoverd tot levendige schilderijen. ‘Het is helemaal hip, in die zin sluiten we met ons project aan bij de trend. Maar wij voegen daar een historische component aan toe’, legt historica Erika Manders (Radboud Universiteit) uit, die samen met collega Dennis Jussen initiatiefnemer is van het project Waalpaintings. Met een serie van vijftien muurschilderingen moet de kleurrijke, maar vaak verborgen geschiedenis van Nijmegen worden ontsloten voor het grote publiek. Onzichtbaar De Waalpaintings komen op locaties in de binnenstad die een directe verbinding hebben met de getoonde historische verhalen. De vijftien onderwerpen zijn samengesteld op basis van de Canon van de Nijmeegse geschiedenis. Twee Waalpaintings zijn al eerder voltooid door anderen, maar door het project omarmd omdat ze zo goed bij het uitgangspunt passen: een muurschildering van het bombardement in 1944 bij Plein 1944 en een schildering van Julius Civilis, leider van de Bataafse Opstand, bij. Muurschildering bombardement op Nijmegen, Scheidemakershof, Nijmegen Maar de Canon bestaat uit vijftig gebeurtenissen dus er moest gekozen worden. Jussen: ‘We wilden een mooie chronologische verdeling, omdat we recht willen doen aan alle perioden in de geschiedenis waarin Nijmegen een belangrijk rol heeft gespeeld. En we wilden leuke, aansprekende verhalen, die ruimte bieden om meer te vertellen. Zo kwamen we bijvoorbeeld uit bij Maarten Schenk die Nijmegen in de 16e eeuw aanviel, maar door de bevolking werd teruggestoten en daarbij in harnas van zijn eigen schip viel en verdronk. Dat is een verhaal dat tot de verbeelding spreekt, en het is tegelijkertijd een opening naar de geschiedenis van de Tachtigjarige oorlog.’ Theophanu en de Nicolaaskapel Daarnaast is het voor het project van groot belang dat er een koppeling bestaat tussen de locatie en het thema van de muurschildering. Dat is met de eerste , waar half oktober mee werd begonnen, alvast goed gelukt. De Sint Nicolaaskapel in het Valkhofpark is hoogstwaarschijnlijk een eerbetoon van een zoon aan zijn moeder, een Byzantijnse prinses, die in 991 op het Valkhof stierf. Erika Manders werkt aan de muurschildering over Theophanu Het verhaal van Theophanu is het verhaal van een prinses uit het Byzantijnse rijk in het Oosten, dat in het Europa van de tiende eeuw bestond naast het Ottoonse Rijk in het Westen. Zowel de Ottonen als de Byzantijnen beschouwden zichzelf als de opvolgers van de Romeinen en dat zorgde regelmatig voor trammelant. Toen Otto I (r. 962-973) in 967 het zuiden van Italië̈ binnenviel, bereikten de spanningen een nieuw hoogtepunt. Dat was in niemands voordeel en om de boel te sussen probeerde Otto I zijn zoon Otto II te laten trouwen met een belangrijke Byzantijnse vrouw, waarmee hij en passantzijn eigen familie wat meer aanzien wilde geven. In 971 werd Otto II gekoppeld aan Theophanu, de nicht van de Byzantijnse keizer, die overigens zelf pas recent de troon had beklommen, nadat hij zijn voorganger had vermoord. Theophanu was vermoedelijk pas 12 jaar oud toen ze op 14 april 972 in de Sint Pietersbasiliek in Rome trouwde met Otto II, die toen 17 was. Samen met haar man reisde Theophanu constant rond, van paleis naar paleis. Door haar tijdgenoten werd ze omschreven als intelligent, knap en welbespraakt. Tegelijkertijd werd er met argusogen gekeken naar de Byzantijnse prinses, met haar zijden kleding en gouden juwelen, die maar liefst één keer per week in bad ging en zelfs met mes en vork at! Allemaal afgunst waarschijnlijk, want Theophanu was als vrouw in de tiende eeuw behoorlijk machtig. In officiële oorkonden van Otto II werd ze vaak genoemd als coimperatrix (‘medekeizerin’) en consors regni (‘first lady’) en op afbeeldingen uit die tijd staat ze vaak op gelijke hoogte afgebeeld met haar man. Regentes Haar macht kwam tot een hoogtepunt toen Otto II op 7 december 983 overleed. Theophanu had inmiddels vier kinderen: drie meisjes en een zoontje, Otto III. Van hem was ze in 980 op weg van Aken naar Nijmegen in het Ketelwoud bevallen, gelegen tussen Nijmegen en Kleef. Otto III had overigens een tweelingzusje, dat bij de geboorte overleed. Otto, die zijn vader moest opvolgen, was pas drie jaar oud toen zijn vader overleed en dus nog veel te jong om te regeren. Theophanu benoemde zichzelf daarom tot keizerin-regentes (een paar neven van haar man probeerden dat nog te voorkomen, maar dat mislukte) en zo kon het gebeuren dat vanaf 985 een 25-jarige vrouw de scepter over een groot deel van Europa zwaaide. Op 15 juni 991 overleed Theophanu op het Valkhof in Nijmegen. Als eerbetoon liet Otto III rond het jaar 1000 de Sint Nicolaaskapel op het Valkhof bouwen, vernoemd naar Nicolaas van Myra (bij ons bekend als Sinterklaas) die altijd een van Theophanu’s favoriete heiligen was geweest. Het verhaal van Theophanu wordt nu als Waalpainting afgebeeld op de zijgevel van het Holland Casino. Vanaf de muur waar ze verschijnt, is de Sint Nicolaas kapel te zien en vanaf de kapel is Theophanu te zien. Manders: ‘Postuum kan ze nu alsnog naar haar Sint Nicolaaskapel kijken. Dat heeft ze in haar leven nooit gekund.’ Venster Het verhaal van Theophanu is een venster naar Nijmegen in de Middeleeuwen, legt Jussen uit. ‘Nijmegen is al vanaf de Romeinse tijd een van de meest strategisch gelegen plekken in het noordwesten van Europa geweest, omdat het aan de Waal en dichtbij de Rijn ligt. Voor veel Middeleeuwse heersers was het een belangrijke plek om steeds weer naar terug te keren. Zoals Karel de Grote, die hier een paleis liet bouwen. Ook Theophanu kwam hier steeds weer terug. En haar geval is helemaal bijzonder: een jonge vrouw, die een dikke 1000 jaar geleden, de baas was over een groot deel van West-Europa, dat was echt super bijzonder.” Manders lacht: ‘Maar dat weet dus bijna niemand!’ Verbonden De vijftien Waalpaintings zullen uiteindelijk met elkaar worden verbonden in een wandelroute. Via QR-codes gekoppeld aan de website van het project (waalpaintings.nl) worden wandelaars geïnformeerd over de historische verhalen achter de muurschilderingen en het artistieke proces van de kunstenaars. Manders: ‘Ons doel is bereikt als mensen die langs zo’n schildering lopen gewoon even blijven staan en kijken. Op dat moment heb je al iets geleerd over de geschiedenis. En als het mensen triggert om dan ook nog wat achtergrondinformatie op te zoeken, dan is dat helemaal schitterend.’ De eerste schildering van Theophanu wordt gerealiseerd door Studio Hartebeest en gefinancierd door de Brediusstichting. Het project wordt gesteund door de Radboud Universiteit, Het Radboud Institute for Culture and History (RICH) en de gemeente Nijmegen. Voor de volgende schildering gaat in november een crowdfundingcampagne van start. Meer informatie: www.waalpaintings.nl Foto Bataafse opstand en Bombardement: Dennis Jussen. Foto Erika Manders: Dick van Aalst