Jean-Paul Sartre is voor veel mensen een schrijver en denker waar ze op z’n minst wel eens van gehoord hebben – al is het maar op de middelbare school. Lange tijd was hij ook een publieke intellectueel met een grote populariteit, zeker bij jongere generaties. Maar tegenwoordig hoor je weinig meer over hem. Sterker nog: als filosoof is hij min of meer in een verdomhoekje beland. Hoe komt dat? Filosoof Simon Gusman (Radboud Universiteit) zocht het uit en schreef een boek over Sartres ideeën en de veranderende waardering daarvoor.‘Ik was zo iemand die op de middelbare school over Sartre hoorde en werk van hem las. En toen ik hier in 2008 begon aan de opleiding Filosofie, werd hij helemaal niet genoemd, of hooguit op een laatdunkende manier. Ik vroeg me af hoe dat kwam. Het heeft me een aantal scripties en een proefschrift gekost om zijn werk in perspectief te plaatsen’, vertelt Simon Gusman, docent Metafysica en Filosofische antropologie aan de Radboud Universiteit.Antropocentrisch wereldbeeldWat zei Sartre nou echt? Dat was de vraag die Gusman uitgebreid heeft onderzocht en die hij kort en helder samenvat in Diep van buiten: De mens volgens Sartre. Daarin legt hij ook uit waarom Sartres denken in diskrediet is geraakt. ‘Kort samengevat komt het erop neer dat het westerse denken lange tijd antropocentrisch was, ofwel: het stelde de mens centraal. De mens werd gezien als degene die in staat is om het universum te doorgronden. Maar in de loop dan de twintigste eeuw is de positie van de mens als rationeel, vrij, autonoom wezen behoorlijk ondergraven. Daar zijn veel verklaringen voor, maar de slotsom is dat de mens van zijn voetstuk is gehaald. Filosofen die de mens nog wel als middelpunt zagen – en daar wordt Sartre ook toe gerekend - raakten daardoor op de achtergrond.’Gedoemd tot vrijheidDat is wat Sartre betreft niet helemaal terecht, vindt Gusman. ‘Sartre plaatst de mens niet aan het hoofd van de wereldorde en ziet die zeker niet als degene die alles weet en kan doorgronden. Een idee dat daarbij hoort, en waar Sartre allerminst in gelooft, is dat de mens een identiteit “diep van binnen” heeft die vast staat en die leidend is bij diens denken. Integendeel: volgens Sartre is onze identiteit iets wat wij zelf constant vorm geven en vorm moeten geven. Vrijheid, radicale vrijheid zelfs, is een centraal begrip in zijn denken. We zijn onbepaald, dus we moeten onszelf steeds opnieuw vormgeven. We kunnen niet anders. “We zijn gedoemd tot vrijheid”, is een beroemde uitspraak van hem. Dat geeft de mens wel weinig houvast, want je kunt, moet jezelf dan steeds opnieuw betekenis geven.’Er zijn mensen die zeggen: zo radicaal vrij zijn we niet, we zijn ingebed in en komen voort uit context, structuren, geschiedenis, evolutie. Sommige critici vinden dat Sartre daar te weinig oog voor heeft. Maar volgens Gusman is het meer zo dat Sartre daaraan voorbij wil. ‘We doen allemaal alsof we bepaald zijn, zegt hij, maar we zijn juist onbepaald en dat is een idee dat moeilijk te aanvaarden is. Want het geeft je geen antwoord op vragen als: wie ben ik, en: wat doen wij hier?’Zoekende in plaats van wetende mensSartre heeft ook geen sluitend antwoord op die vragen, want dat zou de vrijheid van ons bestaan weer beperken. In die zin past hij als denker juist goed in een postmodern wereldbeeld zonder vaststaand verhaal en vaststaande kaders, zou je denken. ‘Maar Sartre komt de mens die op zoek is naar houvast te hulp. Hij stelt dat de menselijke conditie, wie wij zijn als mens, inhoudt dat we betekenis willen geven aan ons bestaan in de wereld om ons heen. Door middel van keuzes geven we aan vorm aan die betekenis en aan onze identiteit. En omdat je vrij bent en blijft, zijn die betekenis en identiteit niet iets waarop je je vervolgens tot in lengte van dagen vastlegt.’Eerherstel?Kortom: Sartre schetst eerder een zoekende dan een wetende mens. ‘Maar hij gaat er wel vanuit dat de mens zelf in staat is om autonoom betekenis aan het leven te geven, en dat is wel een antropocentrische gedachte waardoor hij in het filosofische verdomhoekje terecht is gekomen en er zomaar nog niet uit komt’, aldus Gusman. Ofwel: ‘Ja, hij is gedateerd, vanwege dat antropocentrische denken. Maar hij ondergraaft de menselijke superioriteit ook. Die spanning heb ik geprobeerd weer te geven in mijn boek.’ Is dat boek ook een poging tot eerherstel? ‘Ik vind wel dat Sartre zijn plek in de geschiedenis terug mag krijgen. Niet zonder kritiek, maar om hem helemaal af te schrijven, dat vind ik niet terecht.’April is de maand van de filosofie, het thema daarvan is ‘Intieme vreemden’. Over dat thema geeft Simon Gusman op 25 april een Radboud Reflects-lezing in LUX Nijmegen waarin Jean-Paul Sartre en Simone de Beauvoir centraal staan. Meer informatie en aanmelden via de website van LUX.Foto Sartre, De Beauvoir en anderen via Flickr