Wat hebben Harry Mulisch, Willem van Oranje en Anne Frank gemeen met de oliebol, de lekkerbek en de haring met zuur? Ze worden allemaal beschouwd als typisch Nederlands, terwijl ze allemaal een migratieachtergrond of een geschiedenis van gedwongen migratie hebben. De bundel De Vluchtelingenrepubliek, onder redactie van historici David de Boer (Radboud Universiteit) en Geert Janssen (Universiteit van Amsterdam), illustreert hoe vluchtelingen de afgelopen vijf eeuwen een grote invloed op de Nederlandse identiteit hadden en dat vluchtelingenmigratie richting Nederland zelden geruisloos verloopt. Toen in 2022 de oorlog in Oekraïne uitbrak en veel Oekraïners moesten vluchten, toonden Nederlanders zich meer dan bereid om de vluchtelingen op te vangen. Daarop volgden weer discussies: immers, waarom leek opvang van Oekraïense vluchtelingen zo vanzelfsprekend, terwijl Syrische of Afghaanse vluchtelingen op een veel minder warm welkom konden rekenen?Voor historicus David de Boer kwamen de discussies niet als een verrassing. ‘Telkens wanneer een groep vluchtelingen naar Nederland komt, zie je vergelijkbare discussies ontstaan.’ Als redacteur van De Vluchtelingenrepubliek, de in 2023 verschenen migratiegeschiedenis van Nederland, weet hij dat vluchtelingen al sinds het ontstaan van een onafhankelijke republiek in 1581 richting Nederland trokken. ‘En steeds ging dat gepaard met debatten over de Nederlandse identiteit en de vraag of die bedreigd zou worden door een groep nieuwkomers.’Volgens De Boer werkt het relativerend om meer te weten over de groepen vluchtelingen die de afgelopen eeuwen naar Nederland kwamen. ‘We hebben allemaal vluchtelingen onder onze (verre) voorouders en allerlei groepen en gebruiken zijn zodanig geïntegreerd dat we ze juist zijn gaan zien als onderdeel van de Nederlandse identiteit.’ Tegelijkertijd wil De Boer migratie van vluchtelingen niet romantiseren. ‘De Vluchtelingenrepubliek is geen beleidsadvies. Migratie gaat altijd gepaard met zorgen, wrijvingen en botsingen. Maar deze bundel illustreert wel dat er minder reden is tot doemdenken dan soms wordt voorgesteld in vluchtelingendebatten.’De bundel, waar namens de Radboud Universiteit ook Marieke Oprel en Joost Roosendaal aan meewerkten, is bedoeld voor een breder publiek. En voor wie zich wilt verdiepen in een bepaald thema is er een lijstje leestips aan het eind van ieder hoofdstuk.Echte en valse vluchtelingenDe Boer noemt een aantal voorbeelden van groepen die bij hun komst naar Nederland op het nodige argwaan konden rekenen. ‘Al in de zestiende eeuw sprak men over de Zuid-Nederlandse wispelturigheid bij vluchtelingen uit Antwerpen en in de zeventiende eeuw werd het Joodse vluchtelingen verboden om seks te hebben met christenen’, somt hij op. ‘En tijdens de Eerste Wereldoorlog vreesden sommige Friezen dat hun dochters niet meer alleen over straat zouden kunnen door de komst van losbandige Belgische vluchtelingen.’ De zorgen rondom groepen mensen die migreren en hun achtergrond zijn dus niet alleen van deze tijd. ‘Tegenwoordig hameren veel mensen op het verschil tussen vluchtelingen en gelukszoekers, in de zeventiende eeuw maakt men ook al een onderscheid tussen “echte” en “valse” vluchtelingen’, stipt De Boer aan. Hoewel vluchtelingen op het moment dat ze arriveerden regelmatig als dreiging werden gezien, zijn ze van grote invloed geweest op Nederland en het idee van “de Nederlander”. Zo speelden Vlaamse en Brabantse vluchtelingen een rol in de totstandkoming van een collectieve Nederlandse identiteit. Zij schreven in pamfletten over hoe alle Nederlanders samen tegen de Spanjaarden streden. Hoewel er eerder sprake was van een burgeroorlog dan van een gezamenlijke strijd tegen een buitenlandse vijand, droegen deze verhalen bij aan het populaire verhaal dat Nederland is ontstaan als gevolg van een vrijheidsstrijd tegen Spanje. Op die manier droegen vluchtelingen niet alleen bij aan de ontstaansmythe van Nederland, ze legitimeerden ook hun eigen plek in de Republiek. Verder hebben talrijke invloedrijke Nederlanders een migratieachtergrond. De Boer: ‘We zien Anne Frank vaak als hét voorbeeld van Nederlandse onderduikers, maar ze is geboren in Frankfurt en heeft nooit de Nederlandse nationaliteit gehad.’ Onder meer Willem van Oranje, Joost van den Vondel, Constantijn Huygens, Harry Mulisch en prinses Beatrix zijn eveneens migranten of nakomelingen van migranten. ‘Ook “typisch” Nederlandse delicatessen zoals de oliebol, de lekkerbek of de zeeuwse bolus kennen we dankzij Joodse vluchtelingen die vanuit Spanje en Portugal naar Amsterdam kwamen.’David de Boer en Geert H. Janssen (red.) | De vluchtelingenrepubliek: Een migratiegeschiedenis van Nederland | Uitgeverij PrometheusFoto: E Mens via Unsplash