Klinkt dit herkenbaar? Tijdens een feestje komt het topic van de klimaatverandering onvermijdelijk ter sprake. U laat vallen dat u geen vlees meer eet, nauwelijks nog vliegt of door weer en wind de fiets neemt naar het werk om uw steentje bij te dragen. Veel vrienden of familieleden zullen u een schouderklopje geven, maar meer dan eens krijgt u een vlijmscherpe repliek naar het hoofd geslingerd. Waarom lokt uw opmerking zulke sarcastische reacties uit en hoe kan u zo'n situatie ombuigen? We vroegen het aan Roos Vonk, hoogleraar sociale psychologie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen tijdens de Inspiratiesessie Groene Economie georganiseerd door het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid, The Shift, Bond Beter Leefmilieu, Oikos en het Centrum voor Duurzame Ontwikkeling van de Universiteit Gent. ‘Sla je dan wel nog muggen dood?’ Sinds Roos Vonk op haar veertiende besloot om vegetariër te worden, krijgt ze regelmatig zulke opmerkingen te horen. Jarenlang brak ze zich het hoofd over waar die venijnige opmerkingen vandaan kwamen. En waarom we er ons soms zelf aan bezondigen. Want nu en dan vinden we vegetariërs of milieuactivisten zelf ook pretbedervers of zeurkousen die altijd op dezelfde nagel blijven kloppen. Een studie van de universiteit van Stanford over morele weigeraars (mensen die weigeren deel te nemen aan immoreel gedrag) deed professor Vonk beseffen dat daar een eenvoudige verklaring voor is. Naïeve wereldverbeteraars Waarom worden moraalridders als irritant beschouwd? Roos Vonk: ‘In de eerste plaats omdat ze dat soms ook zijn. Ze kunnen heel stellig zijn en doen alsof zij alleen de waarheid in pacht hebben. Sommige veganisten reageren op elk probleem met ‘go vegan’, alsof het de oplossing is voor alles. Zelfs ik als flexinist - vegetariër op weg naar veganisme – kan me daaraan ergeren (professor Vonk jaagt op Twitter geregeld carnivoren én veganisten de gordijnen in, red.). Het voelt alsof ze zich superieur voelen. Zulke mensen krijgen al snel de stempel van ‘gutmensch’ of naïeve wereldverbeteraar.’ ‘Dat stereotiepe beeld klopt uiteraard niet altijd. Zelfs wanneer we ons gewoon outen als vegetariër of klimaatactivist, zonder een oordeel te vellen over de keuzes en het gedrag van anderen, worden we gezien als koppig, overgevoelig of wereldvreemd. Ook als de veganist of activist geen oordeel heeft over anderen, wordt dat zo aangevoeld, blijkt uit onderzoek. Dat heeft alles te maken met de ontvanger van die boodschap. Kortom, the message is in the eye of the beholder. Onderzoekers van de universiteit van Stanford hebben via gecontroleerde experimenten ontdekt dat mensen in zulke situaties het gevoel hebben dat ze impliciet worden veroordeeld. Wanneer iemand tijdens een vergadering een racistische mop maakt, wordt degene die daarop reageert, bestempeld als de pretbederver. Want door te reageren, zet hij de anderen, die niets hebben gezegd, te kijk. Dat komt doordat de keuze een morele connotatie heeft. Men ervaart het alsof de ander impliciet zegt dat hij moreel superieur is. Als mensen geen vlees meer eten om gezondheidsredenen, dan is er geen vuiltje aan de lucht.’ ‘Ironisch genoeg zijn mensen die zich aan morele weigeraars ergeren het in feite eens met de moraalridder. Ze beschouwen diens gedrag als moreel beter. Mensen vinden van zichzelf dat ze bovengemiddeld moreel zijn. Wanneer anderen ons expliciet of impliciet wijzen op onze tekortkomingen op moreel vlak, krijgt ons zelfbeeld een flinke deuk. Om dat opnieuw te herstellen, zullen we de argumenten van een morele weigeraar wegwuiven. Vandaar ook reacties als: “de klimaatbetogers worden opgejut door hun ouders”, “er zit een hele machine achter” of “ze willen eigenlijk gewoon een dagje niet naar school”.’ Op de boodschap zelf wordt dus niet geschoten? ‘Toch wel, eerst schieten ze op de pianist, daarna ook op de muziek. Het heeft zelfs een averechts effect. Mensen met een knagend geweten zullen zich op termijn ook afkeren van die waarden, om het voor zichzelf recht te praten. Deelnemers aan een experiment die te horen kregen dat anderen objectieve informatie opvroegen over gerecycleerd textiel waren daarna minder bereid om zelf de Think Green Pledge te ondertekenen, een engagement om duurzamere producten te kopen. Het effect valt dus niet te onderschatten.’ Toon empathie Hoe kan je dat effect counteren? ‘Zorg dat de persoon die je wilt overtuigen je leuk vindt. Toon empathie, zoek naar de gelijkenissen tussen jullie situaties en probeer een middenweg te vinden, zodat je gesprekspartner denkt: ‘Hé, dat kan ik ook’. Leg ook de nadruk op wat de persoon wel al goed doet en wijs hem of haar niet op mogelijke fouten. Je moet voorkomen dat mensen denken dat je hen veroordeelt.’ ‘Nog een tip? Choose your battles. Je kan als vegetariër verstokte carnivoren waarschijnlijk niet overtuigen van je betoog, maar mensen die sowieso al weinig vlees eten, kan je misschien wel beïnvloeden om een volgende stap te zetten. Het werkt alleen wanneer je discussiepartner een minder defensieve houding aanneemt en zich daarvoor openstelt.’ In hoeverre zijn feiten en cijfers nuttig in zulke discussies? ‘Die zullen je niet helpen. Iedereen kan bijvoorbeeld opzoeken welke impact fast fashion heeft op het milieu. De meeste mensen kiezen er bewust voor om in het ongewisse te blijven. Zo hoeven ze zich niet te verantwoorden voor hun keuzes. Belangrijk is dat mensen van goede wil zijn, geïnteresseerd raken. Dat bereik je door een goede relatie op te bouwen en ze te inspireren.’ Fake news Welk effect hebben alarmerende boodschappen in de media? Waarom schudden ze de bevolking niet wakker? ‘Het kan een wake-upcall zijn, maar vaak schieten zulke apocalyptische boodschappen hun doel inderdaad voorbij. Als mensen een probleem te bedreigend vinden en niet weten wat ze eraan kunnen doen, gaan ze het ontkennen en beschouwen als fake news. Veel mensen zien de acties tegen de klimaatverandering als een bedreiging voor hun bevoorrechte positie in de maatschappij. Het zijn vooral blanke conservatieve mannen die vrezen dat ze hun privileges zullen verliezen. We zien dat het meest in de Verenigde Staten, aan de Trump-kiezers. Maar ook in Europa wekken de klimaatmaatregelen weerstand op, kijk naar de gelehesjesbeweging. Alarmistische boodschappen zorgen er soms ook voor dat mensen hun ogen sluiten voor het probleem. Ze schuiven de verantwoordelijkheid door naar de overheid. Als die niet aan de alarmbel trekt, dan zal het probleem niet zo groot zijn, is hun redenering.’ Als zulke boodschappen averechts werken, moeten we dan stoppen met protesteren? ‘Neen, want die protesten geven een sterk signaal aan de overheid en grote bedrijven. Hoe meer mensen op straat komen, hoe meer druk die zullen voelen om ambitieuze maatregelen te nemen.’ Handvaten en keuzevrijheid Heeft u enkele tips voor overheden? Hoe moeten zij communiceren naar de bevolking? ‘De klimaatverandering is een complex probleem en voor sommigen zelfs een ver-van-mijn-bedshow. Daarom is het aangewezen om mensen concrete handvaten aan te bieden over hoe ze zich kunnen engageren. Mik op kleine, realistische opstapjes. Dingen die mensen in hun eigen wijk, school of bedrijf kunnen doen, als kleine gemeenschap. Het is belangrijk om concrete, haalbare alternatieven aan te bieden. Als je mensen zegt dat ze hun steentje kunnen bijdragen door vaker de trein te nemen, zorg er dan ook voor dat het openbaar vervoer een aantrekkelijk alternatief is.’ Welke maatregelen zijn vanuit het perspectief van de sociale psychologie het meest efficiënt: korte-afstandsvluchten afschaffen of een CO2-taks heffen? ‘Je moet mensen hun keuzevrijheid niet ontnemen. Want dan komen ze in opstand. Mensen willen wel veranderen, maar ze willen niet veranderd worden. Met een vlieg- of vleestaks leg je de kosten bij de vervuiler en geef je het signaal dat het vervuilend is en dat dat geld kost.’ Yes we can In België wordt het protest van buurtbewoners van toekomstige windmolenparken steeds luider. Hoe gaat de overheid daar best mee om? ‘Enkele maanden geleden protesteerden duizenden Nederlandse boeren tegen de beperkingen die de overheid wilde invoeren om de stikstofemissies aan te pakken. Premier Rutte sprak toen van een ‘rotmaatregel’. Zo creëerde hij zonder het te willen ruimte voor protest. De hele problematiek had op een andere manier geframed moeten worden. De regering had moeten zeggen dat die maatregelen worden genomen om onze toekomst veilig te stellen. De voordelen werden te weinig benadrukt.’ ‘Op zo’n moment moet je vooral transformationeel leiderschap tonen. President Obama met zijn ‘Yes we can’-speech is daar een schoolvoorbeeld van. Hij motiveerde de bevolking door een positief beeld van de toekomst te schetsen, in plaats van in te zoomen op de negatieve aspecten.’ Vleesloze maandagen Hoe kunnen bedrijven hun werknemers motiveren om duurzamer te gaan leven? ‘Werknemers moeten zelf beslissen om de stap te zetten, maar je moet ze verleiden. Daarom zijn vleesloze maandagen (Meat Free Monday is een initiatief van Paul McCartney om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. In 2014 werd de vleesloze maandag in tal van Nederlandse ministeries ingevoerd, red.) niet altijd een goed idee. Je ontneemt mensen hun keuzevrijheid en dan worden ze koppig. Dagelijks meer aantrekkelijke vegetarische of veganistische opties aanbieden heeft meer effect.’ ‘Je hoeft trouwens niet alle werknemers te overtuigen. Focus op een kritische massa van informele leiders. Als je hen meekrijgt, gaat de rest vanzelf overstag.’ Radboud Impact Day Op donderdag 18 november 2021, de week voor Black Friday, voert de Radboud Universiteit een eendaagse landelijke campagne om (jonge) mensen aan te sporen om na te denken over hun consumptiegedrag en hoe zij via onderwijs en onderzoek invloed kunnen hebben op een duurzame toekomst. Ook jij kunt helpen om het verschil te maken. Weten hoe? Lees verder Tekst: Inès Aoun. Dit artikel verscheen eerder op Susanova. Foto: Markus Spiske via Unsplash.