Waar gehakt wordt, vallen spaanders. En waar gehandeld wordt, komt moreel verwerpelijk gedrag voor. Econoom Annemiek Schilpzand probeert de relatie tussen markt en moraliteit te ontrafelen.775 miljoen euro. Dat astronomische bedrag betaalde ING aan justitie als schikking voor de witwaspraktijken die zich tussen 2010 en 2016 via de bank voltrokken. ING had verzuimd om verdachte klanten en geldstromen te controleren, zo luidde het vonnis. Naast de enorme financiële schade, liep het imago van de bank een gigantische deuk op. En dat terwijl de scherven van de economische crisis van 2007 tot 2011, nog niet allemaal waren opgeveegd.‘Niet verwonderlijk dat in het debat over marktwerking wordt ingezoomd op de immoraliteit van de financiële sector. Overal ter wereld waar de markt een belangrijke rol inneemt, komt ondeugdelijk gedrag voor. Maar dat betekent niet dat marktwerking per definitie aanzet tot liegen en bedriegen.’ Aan het woord is Annemiek Schilpzand, promovenda bij het Institute for Management Research (IMR) van de Radboud Universiteit. Ze onderzoekt de samenhang tussen moraliteit en marktwerking. als econoom, wil ze die vermeende causaliteit empirisch aantonen – ‘economen willen nu eenmaal cijfers zien’ – wat nog niet meevalt, want: hoe meet je deugden?Zwart reizen‘Er zijn gelukkig grote surveys beschikbaar die wereldwijd zijn afgenomen. Uit die schat aan data verzamel ik de antwoorden op vragen als: ‘’Hoe erg vind je het als mensen zwart reizen in het openbaar vervoer?’’ en ‘’Hoe erg vind je het als mensen proberen de belasting te ontduiken?’’ Dat geeft een eerste indruk van hoeveel belang mensen hechten aan moreel handelen. Daarnaast gebruik ik uit een ander grootschalig mondiaal onderzoek de antwoorden die ouders geven op de vraag: welke eigenschappen vind je belangrijk voor je kind? Denk aan gehoorzaamheid, ambitie, vastberadenheid en creativiteit. Dankzij die grote enquêtes kan ik de mening van mensen uit meer dan honderd landen met elkaar vergelijken.’Gehoorzaamheid en goede manierenWelke deugden verkozen worden, verschilt per land of cultuur. In een samenleving waarin de sociale mobiliteit groot is, worden ambitie en onafhankelijkheid hoger gewaardeerd dan in een hiërarchische samenleving; daar is bijvoorbeeld gehoorzaamheid belangrijker. ‘De context waarin mensen zich bevinden en begeven beïnvloedt hun morele overtuigingen en gedrag. En ook persoonskenmerken als leeftijd en geslacht wegen mee.’ Na statistische analyse heeft Schilpzand haar ‘deugdendata’ kunnen terugbrengen tot twee archetypen: een traditionele en een moderne. ‘Bij het eerste archetype horen deugden als gehoorzaamheid, onbaatzuchtigheid en goede manieren. Je komt dit type vooral in armere landen tegen. Bij het moderne archetype komt onbaatzuchtigheid ook terug, maar dan in combinatie met meer ‘westerse’ deugden als vastberadenheid, verantwoordelijkheid en verbeelding.’Meer of minder marktNu de twee archetypen zijn vastgesteld, komt de grote vraag weer op tafel: bestaat er een empirisch verband tussen markt en moraliteit? ‘Om daarachter te komen, ben ik nu aan het kijken naar de marktratio in verschillende regio’s. Dat kan ik niet wereldwijd doen, maar voor Europese landen is die ratio per regio bekend.’ Een hoog marktratio wil zeggen dat er in die regio veel mensen werk hebben of werk zoeken. De markt – de georganiseerde, competitieve, vaak anonieme uitwisseling tussen meerdere kopers en verkopers – neemt er een belangrijke plaats in. In gebieden met een lage marktratio, verloopt de uitwisseling van goederen en diensten niet via de markt, maar via bijvoorbeeld familierelaties en is die doorgaans niet anoniem.‘Door de archetypen en marktratio per regio over elkaar te leggen, probeer ik nu te ontdekken of er een patroon te vinden is. Neigen mensen in regio’s met een lage marktratio – meer dan inwoners van vrije markt-samenlevingen – naar burgerlijke gehoorzaamheid (civic virtues)? Hechten ‘vrije-markt-mensen’ vaker aan de deugden van het moderne archetype als ambitie, eigen verantwoordelijkheid en doelgrichtheid?’Gedreven door eigenbelang?Schilpzands onderzoek maakt deel uit van de multidisciplinaire studie ‘What good markets are good for’ die een kritische analyse behelst van een van de meest invloedrijke aannames van deze tijd, namelijk dat markten en deugdelijkheid niet samen gaan. Schilpzand: ‘Mensen zouden worden gedreven door eigenbelang en niet worden gehinderd door sociale en morele principes. Dit zou het succes verklaren van de Westerse vrije markteconomie. Ons onderzoek gaat juist uit van de tegenovergestelde hypothese: samenlevingen met een vrije markteconomie bloeien omdat de belangrijkste marktspelers – staten, bedrijven en individuen – moraliteit respecteren en rechtschapen handelen.’Met het oog op deze kwestie laten de onderzoeksdata iets interessants zien, vertelt Schilpzand tot slot. ‘Individuen in regio’s met een hogere marktratio gaven er vóór de financiele crisis meer blijk van moreel handelen belangrijk te vinden dan na de crisis. Ik krijg er niet precies de vinger op, maar het lijkt erop dat de economische malaise hun morele overtuigingen negatief heeft beïnvloed.’Dit artikel verscheen eerder in FM Focus.